ECLI:NL:RBNHO:2021:10943
Rechtbank Noord-Holland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake besluit UWV op verzoeken AVG
Op 29 november 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzetzaak van opposante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. Opposante had op 17 maart 2021 digitaal beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) op haar verzoeken op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De rechtbank had in een eerdere uitspraak op 22 juli 2021 het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het UWV tijdig had beslist op de verzoeken van opposante.
In het verzet voerde opposante aan dat de rechtbank de brief van het UWV van 10 maart 2021 ten onrechte had aangemerkt als een besluit op haar verzoeken van 27 januari 2021. Opposante had vijf verschillende verzoeken gedaan en verwachtte daar vijf afzonderlijke besluiten op. De verzetrechter oordeelde echter dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de brief van het UWV als een afwijzingsbesluit kon worden aangemerkt. De verzetrechter volgde opposante niet in haar standpunt en concludeerde dat er geen aanleiding was om anders te oordelen dan in de eerdere uitspraak.
De rechtbank verklaarde het verzet ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak in stand bleef. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen deze uitspraak stond geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak werd gedaan door mr. W.B. Klaus, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier.