Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op 5 november 2021 in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie inzake de hoogte van de proceskostenvergoeding. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen en had daartegen beroep ingesteld. De officier van justitie verklaarde het beroep gegrond en kende een proceskostenvergoeding toe van € 200,25. Betrokkene was het niet eens met deze beslissing en stelde beroep in bij de kantonrechter, waarbij de gemachtigde van betrokkene, Boete.nu (M.J.M. Bergers), niet aanwezig was op de zitting van 29 oktober 2021.
De kantonrechter oordeelde dat de beslissing van de officier van justitie vernietigd moest worden, omdat deze niet voldoende gemotiveerd was. De kantonrechter stelde vast dat de officier van justitie ten onrechte had geoordeeld dat er sprake was van samenhangende zaken, wat invloed had op de hoogte van de proceskostenvergoeding. De kantonrechter verduidelijkte dat voor samenhangende zaken aan bepaalde voorwaarden moet worden voldaan, zoals gelijktijdige behandeling en identieke werkzaamheden van de rechtsbijstandverlener.
Uiteindelijk werd de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 454,00, die door het Centraal Justitieel Incassobureau aan de gemachtigde van betrokkene moest worden uitbetaald. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de eerdere beslissing van de officier van justitie, waarbij de Staat der Nederlanden werd aangewezen als rechtspersoon die de kosten moest vergoeden. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.