Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op 29 oktober 2021 in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie, in de vorm van een boete, opgelegd gekregen en heeft hiertegen beroep ingesteld. De officier van justitie verklaarde het beroep echter niet-ontvankelijk, omdat het te laat was ingediend. Betrokkene heeft het beroep bij de officier van justitie op 10 augustus 2020 ingesteld, terwijl dit uiterlijk op 5 augustus 2020 ontvangen had moeten zijn. De rechtbank overweegt dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, zoals vastgelegd in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht. Betrokkene heeft geen geldige reden gegeven voor de te late indiening en de rechtbank oordeelt dat de overschrijding van de termijn niet verschoonbaar is volgens artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht.
De kantonrechter heeft de zaak behandeld op de zitting van 29 oktober 2021, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet. De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder een duidelijk zichtbare geldige gehandicaptenparkeerkaart. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de officier van justitie terecht het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard en heeft het beroep van betrokkene ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de toezending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.