ECLI:NL:RBNHO:2021:10868
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen administratieve sanctie en zekerheidstelling in WAHV-zaak
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 29 oktober 2021 uitspraak gedaan in een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen en daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 29 oktober 2021 heeft betrokkene aangevoerd dat hij niet in staat is de in artikel 11 WAHV voorgeschreven zekerheid te betalen. De kantonrechter heeft betrokkene de gelegenheid gegeven om dit nader te motiveren en te onderbouwen, maar betrokkene is niet verschenen en heeft geen inkomensgegevens verstrekt. Hierdoor kon de kantonrechter niet vaststellen dat er grond was om de zekerheidstelling te verlagen.
De kantonrechter heeft betrokkene nogmaals in de gelegenheid gesteld om de zekerheid te betalen, met een bedrag van € 159,00 dat binnen vier weken na verzending van de uitspraak op de rekening van het Centraal Justitieel Incassobureau moet worden bijgeschreven. Indien betrokkene niet aan deze verplichting voldoet, zal het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard, wat betekent dat de kantonrechter het beroep niet inhoudelijk kan beoordelen. De uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken.