ECLI:NL:RBNHO:2021:10867

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 oktober 2021
Publicatiedatum
26 november 2021
Zaaknummer
9376896
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens te late indiening in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 oktober 2021 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door betrokkene tegen een administratieve sanctie (boete) opgelegd door de officier van justitie. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk had verklaard. De kantonrechter constateerde dat betrokkene niet was verschenen op de zitting en dat hij geen zekerheid had gesteld, maar wel een draagkrachtverweer had gevoerd. De kantonrechter heeft betrokkene aangeschreven om dit verweer te onderbouwen en hem opgeroepen voor de zitting, maar betrokkene is niet verschenen.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het niet voldoen van de kentekenplaat aan de gestelde eisen. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en had gronden aangevoerd in zijn beroepschrift. De kantonrechter oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat betrokkene het beroepschrift te laat had ingediend. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Betrokkene had zijn beroep ingesteld op 11 mei 2021, terwijl dit uiterlijk op 6 mei 2021 ontvangen had moeten zijn. Betrokkene gaf geen reden voor de te late indiening, en de kantonrechter oordeelde dat de overschrijding van de termijn niet verschoonbaar was. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard en kwam de kantonrechter niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak.

De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. Het beroepschrift moet schriftelijk worden ingediend bij de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9376896 \ WM VERZ 21-391
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : [datum uitspraak]
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 29 oktober 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: de kentekenplaat voldoet niet aan de gestelde eisen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene heeft geen zekerheid gesteld, maar een draagkrachtverweer gevoerd. Betrokkene is aangeschreven om dit draagkrachtverweer te onderbouwen en eveneens opgeroepen voor deze zitting. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter ziet geen aanleiding om betrokkene in de gelegenheid te stellen alsnog de zekerheid te voldoen, omdat betrokkene het beroep bij de kantonrechter ook te laat heeft ingesteld.
Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Het beroep is door betrokkene ingesteld op dinsdag 11 mei 2021, terwijl dat beroep uiterlijk op donderdag 6 mei 2021 ontvangen had moeten zijn. Betrokkene heeft geen reden gegeven voor de te late indiening van het beroepschrift. Niet aannemelijk is geworden dat deze overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is in de zin van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard.
Aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak wordt daarom niet toegekomen.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: