ECLI:NL:RBNHO:2021:10866

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 augustus 2021
Publicatiedatum
26 november 2021
Zaaknummer
9310721
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens overschrijding maximum snelheid

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 27 augustus 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens overschrijding van de maximumsnelheid op wegen buiten de bebouwde kom. De betrokkene had een boete ontvangen en daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft overwogen dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, het overschrijden van de maximumsnelheid met 12 km/h betreft. De betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in zijn beroepschrift gronden aangevoerd. De kantonrechter heeft de relevante wetgeving, met name de artikelen 5 en 5a van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV), in overweging genomen. Volgens deze wet is de kentekenhouder aansprakelijk voor de opgelegde sanctie, tenzij er een uitzondering van toepassing is, zoals het overleggen van een bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene geen huurovereenkomst heeft overgelegd die voldoet aan de eisen van artikel 8 sub b WAHV. Hierdoor is niet aannemelijk geworden dat er sprake is van een bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst. De kantonrechter heeft daarom het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de betrokkene zelf aansprakelijk blijft voor de boete. De uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9310721 \ WM VERZ 21-300
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 27 augustus 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 27 augustus 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: overschrijding maximum snelheid op (auto)wegen buiten bebouwde kom, met 12 km/h (verkeersbord A1).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Ingevolge het bepaalde in de artikelen 5 en 5a Wahv is de kentekenhouder van een motorrijtuig of aanhangwagen aansprakelijk voor de opgelegde sanctie, tenzij zich één van de in artikel 8 Wahv bedoelde uitzonderingen voordoet. Eén van die uitzonderingen betreft het geval waarin degene op wiens naam het kenteken in het kentekenregister is ingeschreven een voor een termijn van ten hoogste drie maanden schriftelijk en bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst over legt, waaruit blijkt wie ten tijde van de gedraging de huurder van het motorrijtuig of de aanhangwagen was (art. 8 sub b Wahv). Een eventuele onderhuurovereenkomst voldoet dus niet. Bovendien moet de overgelegde huurovereenkomst voldoende correcte gegevens van de huurder bevatten om de officier van justitie in staat te stellen op basis daarvan de sanctie aan de huurder op te leggen. Betrokkene heeft geen huurovereenkomst overgelegd.
Naar het oordeel van de kantonrechter is niet aannemelijk geworden dat sprake is van een bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst die voldoet aan daaraan in art. 8 sub b WAHV gestelde eisen. Dat brengt met zich mee dat het beroep ongegrond wordt verklaard en dat betrokkene zelf aansprakelijk blijft voor voldoening van de sanctie.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: