Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 27 augustus 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens overschrijding van de maximumsnelheid op wegen buiten de bebouwde kom. De betrokkene had een boete ontvangen en daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter heeft overwogen dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, het overschrijden van de maximumsnelheid met 12 km/h betreft. De betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in zijn beroepschrift gronden aangevoerd. De kantonrechter heeft de relevante wetgeving, met name de artikelen 5 en 5a van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV), in overweging genomen. Volgens deze wet is de kentekenhouder aansprakelijk voor de opgelegde sanctie, tenzij er een uitzondering van toepassing is, zoals het overleggen van een bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene geen huurovereenkomst heeft overgelegd die voldoet aan de eisen van artikel 8 sub b WAHV. Hierdoor is niet aannemelijk geworden dat er sprake is van een bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst. De kantonrechter heeft daarom het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de betrokkene zelf aansprakelijk blijft voor de boete. De uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.