ECLI:NL:RBNHO:2021:10846
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing machtiging tot voorlopig verblijf voor gezinslid op basis van middelenvereiste en onderzoek SZW
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 17 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een Marokkaanse vrouw, wilde in Nederland wonen bij haar echtgenoot, die de Nederlandse nationaliteit heeft. De aanvraag werd afgewezen omdat de staatssecretaris twijfelde aan de verstrekte arbeidsovereenkomst en de inkomsten van de echtgenoot, referent. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris onvoldoende bewijs had om te concluderen dat referent niet voldeed aan het middelenvereiste. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van referent en zijn werkgever geloofwaardig waren en dat de staatssecretaris de hoorplicht had geschonden door geen hoorzitting te organiseren. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.