Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- die [slachtoffer] meermalen met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in haar arm en/of de hals en/of het gezicht en/of de (linker)borst, althans het bovenlichaam, heeft gestoken en/of gesneden en/of
- met zijn, verdachtes, hand(en) de keel van die [slachtoffer] met kracht heeft dichtgeknepen en/of dichtgeknepen heeft gehouden
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
- die [slachtoffer] meermalen met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in haar arm en/of de hals en/of het gezicht en/of de (linker)borst, althans het bovenlichaam, heeft gestoken en/of gesneden
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- die [slachtoffer] met een mes in haar arm en de hals en het gezicht en de linkerborst heeft gestoken en/of gesneden, en
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
7.Bijkomende straf
8.Vrijheidsbenemende / vrijheidsbeperkende maatregel
9.Vermogensmaatregel
10.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
5 (zegge: vijf) jaren.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 7.362,58, bestaande uit € 362,58 als vergoeding voor de materiële en € 7.000,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.