ECLI:NL:RBNHO:2021:10767

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 juni 2021
Publicatiedatum
24 november 2021
Zaaknummer
9281521
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie in het kader van verkeersvoorschriften met matiging van de boete

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 25 juni 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene als bestuurder in strijd heeft gehandeld met een gesloten verklaring in beide richtingen. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 25 juni 2021 is de zaak behandeld, waarbij zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig waren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging inderdaad heeft plaatsgevonden, maar heeft ook geconstateerd dat er aanleiding is om de boete te matigen. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij niet de juiste informatie heeft ontvangen over de laas- en lostijden in de gemeente Alkmaar, wat heeft geleid tot meerdere onterechte beschikkingen.

De kantonrechter heeft de omstandigheden in overweging genomen en heeft besloten dat de boete dient te worden gematigd tot nihil. De uitspraak houdt in dat het beroep gedeeltelijk gegrond is verklaard, de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem wordt terugbetaald. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9281521 \ WM VERZ 21-255
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 25 juni 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 juni 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat is komen vast te staan dat de gedraging is verricht, maar dat er aanleiding is om de boete, zoals ook ter zitting is voorgesteld door de zittingsvertegenwoordiger, te matigen.
Daarbij is van belang dat betrokkene een brief heeft overgelegd van Parkeerservice waarin het volgende is vermeld:
“Hiermee verklaar ik dat de [betrokkene] in juni 2020 niet de juiste informatie heeft gekregen omtrent het weer terugdraaien van de laas- en lostijden in de gemeente Alkmaar. De klant heeft daarover telefonisch contact gehad met Parkeerservice in Amersfoort. Helaas is het toen 5x mis gegaan. Gevolg is dat [betrokkene] diverse (onterechte) beschikkingen heeft ontvangen. Wij betreuren het zeer dat dat door onze schuld is gebeurd. Wij verzoeken u vriendelijk om de beschikkingen te seponeren omdat [betrokkene] niet de juiste informatie heeft gekregen.
Deze omstandigheden maken dat de boete dient te worden gematigd naar nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: