ECLI:NL:RBNHO:2021:10766

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 juli 2021
Publicatiedatum
24 november 2021
Zaaknummer
9270027
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens niet-verzekeren van motorrijtuig

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 juli 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zitting vond plaats op 25 juni 2021, waar zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren. Tijdens de zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie aangegeven dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, wat de kantonrechter heeft gevolgd. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de omstandigheden die door betrokkene zijn aangevoerd aanleiding geven om de boete te matigen tot nihil. Daarnaast heeft betrokkene verzocht om vergoeding van gemaakte kosten, welke door de zittingsvertegenwoordiger niet zijn betwist. De kantonrechter heeft de officier van justitie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 50,00.

De uitspraak houdt in dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem moet terugbetalen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is onderhevig aan hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na toezending.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9270027 \ WM VERZ 21-251
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 2 juli 2021
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 juni 2021. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft zich ter zitting – naar aanleiding van het verweer van betrokkene – op het standpunt gesteld dat de termijnoverschrijding verschoonbaar moet worden geacht. De kantonrechter volgt de vertegenwoordiger van de officier van justitie en zal de beslissing van de officier van justitie vernietigen.
De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft voorgesteld om het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en om de boete, gelet op de door betrokkene ter zitting nader aangevoerde omstandigheden, te matigen tot nihil.
De kantonrechter is het met de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie grotendeels eens en oordeelt dat de door betrokkene aangevoerde omstandigheden aanleiding geven om de boete te matigen tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
Betrokkene heeft ter zitting verzocht om de door hem gemaakte kosten, te weten de betalingen aan de deurwaarder, te vergoeden. Betrokkene heeft hiervan betaalbewijzen overgelegd. De zittingsvertegenwoordiger heeft geen bezwaar tegen de vergoeding. Om die reden zal de kantonrechter de officier van justitie veroordelen in de kosten tot een bedrag van € 50,00.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 50,00 en wijst de Staat der Nederlanden aan als rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden;
‒ bepaalt dat het bedrag van € 50,00 aan betrokkene zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: