Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 juli 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zitting vond plaats op 25 juni 2021, waar zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren. Tijdens de zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie aangegeven dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, wat de kantonrechter heeft gevolgd. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de omstandigheden die door betrokkene zijn aangevoerd aanleiding geven om de boete te matigen tot nihil. Daarnaast heeft betrokkene verzocht om vergoeding van gemaakte kosten, welke door de zittingsvertegenwoordiger niet zijn betwist. De kantonrechter heeft de officier van justitie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 50,00.
De uitspraak houdt in dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem moet terugbetalen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is onderhevig aan hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na toezending.