Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 juni 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 25 juni 2021, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig waren, heeft de kantonrechter de zaak behandeld. Betrokkene voerde aan dat hij in februari 2020 telefonisch contact had opgenomen met Parkeerservice om een ontheffing te regelen, maar dat deze aanvraag niet correct was verwerkt. Dit werd bevestigd door een waarschuwing die betrokkene in april 2020 ontving van Parkeerservice.
De kantonrechter oordeelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, inderdaad had plaatsgevonden, maar dat er aanleiding was om de boete te matigen. Gezien de omstandigheden, waaronder de foutieve verwerking van de ontheffingsaanvraag, besloot de kantonrechter de boete te matigen naar nihil. Het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd. Betrokkene kreeg het bedrag dat als zekerheidstelling was betaald, terugbetaald.
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.