In deze civiele procedure, die zich afspeelt voor de Rechtbank Noord-Holland, is op 24 november 2021 een vonnis in incident uitgesproken. De zaak betreft een verzoek tot tussenkomst van [gedaagde 1] c.s. in een hoofdzaak tussen JKS Holding B.V. en DEUS EX MACHINA (D.E.M.). De rechtbank heeft eerder op 23 juni 2021 toestemming gegeven aan [gedaagde 1] c.s. om zich te voegen aan de zijde van D.E.M. in de hoofdzaak. In de incidentele conclusie tot tussenkomst hebben [gedaagde 1] c.s. aangegeven dat zij eigen vorderingen willen instellen tegen zowel JKS Holding c.s. als D.E.M. Deze vorderingen omvatten onder andere een verklaring voor recht dat bepaalde besluiten niet vernietigbaar zijn en een verbod op verdere procedures op basis van misleidende feiten.
De rechtbank heeft overwogen dat de vordering tot tussenkomst niet in strijd is met de goede procesorde en dat [gedaagde 1] c.s. voldoende belang hebben bij hun verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende samenhang is tussen de hoofdzaak en de verzochte tussenkomst. Bovendien heeft de rechtbank geoordeeld dat de belangen van D.E.M. voldoende worden behartigd, aangezien mr. Stek is aangewezen om D.E.M. te vertegenwoordigen. De rechtbank heeft besloten dat geen van de partijen in het incident als in het ongelijk gestelde partij kan worden beschouwd, waardoor de proceskosten worden gecompenseerd. De zaak zal op 5 januari 2022 opnieuw op de rol komen voor het nemen van de conclusie van eis door [gedaagde 1] c.s.