Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde] ,
[gedaagde],
[gedaagde] in haar hoedanigheid van ouder en wettelijk vertegenwoordigster van [minderjarige],
[interveniënte] in haar hoedanigheid van testamentair bewindvoerder over de aan gedaagden toekomende erfdelen met betrekking tot de nalatenschap van [erflater]
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 december 2020, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 10 maart 2021, waarbij de rechtbank een mondelinge behandeling heeft bevolen,
- de mondelinge behandeling op 20 juli 2021, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt. Mr. Ursem heeft gebruik gemaakt van spreekaantekeningen, die hij ter zitting aan de rechtbank heeft overgelegd en die daarmee onderdeel zijn van de processtukken,
- de dagvaarding van 26 juli 2021, waarbij [interveniënte] is opgeroepen in de procedure te verschijnen,
- de antwoordakte van [interveniënte] .
2.De feiten
- [kind 1] (hierna: [kind 1] ),
- [kind 2] (hierna: [kind 2] ), en
- [kind 3] (hierna: [kind 3] ).
- [kind 4] (hierna: [kind 4] ), geboren op [geboortedatum] ,
- [kind 5] (hierna: [kind 5] ), geboren op [geboortedatum] , en
- [kind 6] (hierna: [kind 6] ), geboren op [geboortedatum] .
en comparant sub 2.( [kind 1] )
het volgende overeen:
in enig opzicht in gebreke blijft te voldoen aan enige uit deze overeenkomst of uit de wet in verband met de onderhavige overeenkomst voortvloeiende verplichtingen jegens de ondergetekende sub 2( [echtgenoot eiseres] )
of zijn echtgenote, alsmede in geval van faillietverklaring van of verzoek om surséance van betaling door de ondergetekende sub 1, bij staking van de onderneming van de ondergetekende sub 1, of bij inbeslagneming van zijn bezittingen of een belangrijk gedeelte daarvan, is de ondergetekende sub 1 verplicht op verzoek van de ondergetekende sub 2 of zijn echtgenote, de op dat moment bestaande lijfrenteverplichtingen onder te brengen bij een door de ondergetekende sub 2 of zijn echtgenote aan te wijzen solide in Nederland gevestigde levensverzekeringsmaatschappij.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid [eiseres]
Indien de comparant sub 2 de bij deze akte verkregen registergoederen geheel of gedeeltelijk mocht verkopen en/of juridisch in eigendom mocht overgedragen[…]. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze bewoordingen duidelijk, en laten deze, taalkundig gezien, geen ruimte voor de lezing van [eiseres] dat de voorwaarde ook de situatie insluit van opvolgende eigendom onder algemene titel. Dit oordeel vindt verder steun in de overige tekst van de meerwaardeclausule, waar steeds alleen verkoop en/of eigendomsoverdracht het uitgangspunt is, met name bij de berekening van de meerwaarde.
staking van de onderneming van de ondergetekende sub 1( [kind 1] )’. [eiseres] stelt dat de onderneming van [kind 1] na zijn overlijden is gestaakt en dat zij het verzoek tot onderbrenging als hiervoor bedoeld aan [interveniënte] heeft gedaan.