Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
[de moeder] ,
[de grootmoeder mz] ,hierna te noemen: de grootmoeder mz,
Het procesverloop
- de moeder, bijgestaan door waarnemend advocaat mr. J.J.C. Engels, kantoorhoudende te Heerhugowaard;
- de grootmoeder mz;
- namens de GI, [vertegenwoordiger van de GI] en [vertegenwoordiger van de GI] .
De feiten
Het verzoek
Het standpunt van de belanghebbenden
De beoordeling
De kinderrechter acht het zorgelijk dat de moeder en de grootmoeder mz niet weten bij wie zij binnen de GI terecht kunnen voor vragen of advies. Tijdens een ondertoezichtstelling is het noodzakelijk dat de GI te allen tijde zorgt voor een contactpersoon bij wie een gezin terecht kan. Verder heeft de GI verzuimd om haar verzoek te voorzien van een wettelijk voorgeschreven advies vanuit de Raad voor de Kinderbescherming (ex artikel 1:265j lid 3 BW), terwijl de ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] al meer dan twee jaar voortduren.
De beslissing
[de minderjarige 1]en
[de minderjarige 2]tot 18 februari 2022;
[de minderjarige 1]en
[de minderjarige 2]in een voorziening voor pleegzorg tot 18 februari 2022;