Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Omdat wij niet willen dat onze leerlingen de dupe worden van een conflict tussen de instructeur en ons bedrijf hebben wij een overeenkomst gesloten.”. [eiseres] wijst verder in dit bericht op de keuze die de leerlingen hebben over het voortzetten van de rijlessen en de toezegging van [gedaagde] dat vooruitbetaalde lesgelden worden terug betaald als de leerling kiest voor voortzetting van de rijlessen bij een andere instructeur.
3.De vordering en het verweer
€ 100,00 extra kosten in rekening wilde brengen om achterstanden in te lopen. Daarom heeft [gedaagde] besloten de samenwerking te beëindigen. [gedaagde] wilde de leerlingen behouden die bij hem lessen volgden en examen hebben. Hij heeft ze benaderd en over de situatie verteld. Vervolgens wordt [gedaagde] door [eiseres] zwart gemaakt in e-mails aan deze leerlingen. Daarin wordt ook geadviseerd te stoppen bij [gedaagde] . [gedaagde] betwist dat hij bedragen die leerlingen aan hem hebben vooruitbetaald, verschuldigd te zijn aan [eiseres] . [gedaagde] is er niet mee bekend dat [eiseres] alternatieve lessen heeft aangeboden en dit is ook iets wat [eiseres] zelf heeft gedaan en waar [gedaagde] niets mee te maken heeft. [gedaagde] erkent dat [eiseres] de in de overeenkomst vermelde facturen heeft betaald en daarbij € 672,00 te veel heeft betaald. [eiseres] is echter ook nog € 924,00 aan hem tegoed. [gedaagde] betwist dat hij de geheimhoudingsovereenkomst heeft geschonden.
4.De beoordeling
Omdat de leerlingen de lessen en examenkosten vooruit hebben betaald, vindt [gedaagde] daarentegen dat deze leerlingen zich aan hem hebben verbonden. Dat [eiseres] alternatieve rijlessen heeft geregeld en betaald, is volgens [gedaagde] aan [eiseres] en gebeurde niet voor rekening en risico van [gedaagde] . Ook is volgens [gedaagde] de wijze waarop [eiseres] deze leerlingen heeft benaderd in strijd met de tussen partijen gesloten beëindigingsovereenkomst.
geenkeuze werd gegeven, had het voor de hand gelegen dat partijen dit hadden vastgelegd in de overeenkomst. Feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat het desondanks de bedoeling van partijen was dat deze leerlingen buiten de keuzevrijheid vallen, heeft [gedaagde] niet naar voren gebracht. Op [gedaagde] rustte dan ook een terugbetalingsverplichting en daaraan heeft hij niet voldaan. Deze tekortkoming is toerekenbaar aan [gedaagde] . [gedaagde] is daarom schadeplichtig.