ECLI:NL:RBNHO:2021:10318

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 november 2021
Publicatiedatum
15 november 2021
Zaaknummer
810100-12
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging TBS-maatregel in verband met de aansluitend te verlenen zorgmachtiging in het kader van de Wfz

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 september 2021 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling (TBS) van de betrokkene, die sinds 9 juli 2014 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS met één jaar afgewezen, omdat er een zorgmachtiging is afgegeven op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wfz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan schizofrenie, een autismespectrumstoornis en een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis, en dat hij momenteel in een gereguleerde omgeving verblijft. De deskundigen hebben aangegeven dat zonder de huidige begeleiding en toezicht het recidivegevaar op de korte termijn als matig tot hoog wordt ingeschat. De rechtbank heeft de rapportages van de deskundigen overgenomen en geconcludeerd dat de noodzakelijke zorg onder de Wfz het recidiverisico tot een aanvaardbaar niveau kan terugbrengen. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de TBS afgewezen, omdat de veiligheid niet langer vereist dat de TBS-maatregel wordt voortgezet. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de samenstelling van de rechters en de griffier vermeld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige kamer
Parketnummer: 14/810100-12
Uitspraakdatum: 21 september 2021
Beslissing ex artikel 6:6:10 eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv)op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
verblijvende in de [naam kliniek] Deventer , [adres] ,
hierna: betrokkene,
met één jaar.

1.De procedure

Bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 24 juni 2014 is aan betrokkene de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd, wegens, zakelijk weergegeven, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en poging tot zware mishandeling.
De termijn van de terbeschikkingstelling nam een aanvang op 9 juli 2014.
Bij beslissing van deze rechtbank van 5 september 2019 is de verpleging van overheidswege onder voorwaarden beëindigd.
De termijn is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 22 juni 2020 met één jaar.
De onderhavige vordering is op 21 mei 2021 bij de rechtbank ingediend.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder:
  • een advies van een onafhankelijk gedragsdeskundige als bedoeld in artikel 6:6:12, tweede lid, Sv, gedateerd 2 mei 2021 en opgemaakt door drs. [naam] , forensisch psychiater;
  • een reclasseringsadvies “Verlengingsadvies tbs” van Tactus Verslavingszorg, gedateerd 12 mei 2021 en opgesteld door [naam] ;
  • voortgangsverslagen van de reclassering omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene als bedoeld in artikel 6:6:12, eerste lid, aanhef en onder b Sv, over de periode 23 juni 2020 tot en met 9 maart 2021.
Op 6 juli 2021 is de vordering op een openbare terechtzitting behandeld. Betrokkene is gehoord, alsmede de deskundige drs. [naam] , forensisch psychiater, en [naam] (Tactus Verslavingszorg).
Verder waren aanwezig de officier van justitie mr. A.F. van Kooij en de raadsman van betrokkene mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden.
De rechtbank heeft op 6 juli 2021 de behandeling van de vordering tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van betrokkene tot 21 september 2021 aangehouden en de officier van justitie verzocht de mogelijkheden van een zorgmachtiging te laten onderzoeken, de reclassering een voortgangsverslag omtrent betrokkene op te laten stellen en de mogelijkheid van een CIZ-traject te laten onderzoeken.
Op 8 september 2021 is bij de rechtbank een verzoekschrift binnengekomen waarin de officier van justitie de rechtbank verzoekt een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van het volgende processtuk:
- het voortgangsverslag aan opdrachtgever tbs van Tactus Verslavingszorg, gedateerd 31 augustus 2021 en opgesteld door [naam] .
Op 21 september 2021 is de behandeling van de vordering ter terechtzitting voortgezet.
Betrokkene is gehoord, alsmede [via een skypeverbinding] de getuige [naam] (Tactus Verslavingszorg, Afdeling Reclassering). Voorts is deskundige drs. [naam] , Gz-psycholoog en teamleider Zorg van de [naam kliniek] [eveneens via een skypeverbinding] gehoord.
Verder waren aanwezig de officier van justitie mr. R.P. Peters en de raadsman van betrokkene mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden.
Van het verhandelde tijdens de beide zittingen is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

2.Het advies van de onafhankelijk deskundige

Het advies van psychiater [naam] houdt, voor zover relevant, het volgende in:
Samengevat is er bij betrokkene diagnostisch sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van schizofrenie (met als differentiaal diagnose een schizo affectieve stoornis, bipolair type), een autismespectrumstoornis en een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving. Er is geen sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een persoonlijkheidsstoornis. Tenslotte is er lichamelijk onder andere sprake van suikerziekte, waarvan bekend is dat een niet goed ingestelde suikerspiegel aanleiding kan geven tot (ernstige) psychische klachten als teken van ontregeling van de suikerziekte.
Indien de tbs-maatregel met voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging van overheidswege nu zou worden opgeheven en betrokkene niet terug kan vallen op professionele behandeling/begeleiding, dan wordt de kans op een nieuw geweldsdelict op de korte termijn (binnen zes maanden) als matig tot hoog en op de (middel)lange termijn (tussen zes maanden en twee jaar en langer dan twee jaar) als hoog ingeschat. Het is te verwachten dat betrokkene dan – zonder externe structuur, steun en controle – vanwege oplopende angst/spanning zijn medicatie zal staken, terug zal vallen in het overmatig gebruik van cannabis en alcohol en opnieuw psychotisch wordt – met ondermijning van de impulscontrole en agressieregulatie – en opnieuw verbaal en fysiek agressief wordt.
Onder de huidige omstandigheden – verblijf in de FPA [naam] en in een toekomstige beschermd wonen voorziening – wordt de kans op een nieuw geweldsdelict als laag tot hooguit laag-matig ingeschat bij het huidige extern risicomanagement (inclusief het voortzetten van medicatie en het niet gebruiken van drugs) en het huidige verlof. Hierbij is een aandachtspunt dat betrokkene sterk autonomiegevoelig is en naar verwachting blijft ofwel het is essentieel dat er een goede balans is tussen enerzijds voldoende zeggenschap over zijn eigen leven en anderzijds hij steun en zorg accepteert in het dagelijks leven (zoals zijn voedingspatroon, persoonlijke hygiëne en die van zijn omgeving en medicatie).
Voor wat betreft het risicomanagement is het van belang dat betrokkene langdurend, vermoedelijk levenslang verblijft in een beschermde woonvorm met een laag beveiligingsniveau en een matig zorgniveau, dat zijn huidige medicatie (dan wel aanpassingen) wordt voorgezet (onder toezicht), dat hij geen alcohol en drugs gebruikt, en dat hij strak gemonitord wordt op signalen van onvrede/irritatie/boosheid, angst/spanning en psychotische (voor)tekenen. Het is van het allergrootste belang dat er een goede balans blijft tussen enerzijds voldoende externe steun, structuur en controle en anderzijds voldoende autonomie.
Rapporteur adviseert om de tbs-maatregel te verlengen met een jaar en over een jaar te toetsen of de tbs-maatregel niet meer hoeft te worden verlengd.
Rapporteur adviseert voorts om de voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging van overheidswege te continueren en kan zich vinden in de door de reclassering voorgestelde vormgeving van de begeleiding.
Ter zitting van 6 juli 2021 heeft de psychiater aan het advies toegevoegd, dat onderzoek van een zorgmachtiging een optie is, mede ook omdat dan gekeken kan worden of betrokkene in de tussentijd stabiel is blijven functioneren in de [naam kliniek] . Indien de maatregel te zijner tijd wordt beëindigd, is het van belang dat de zorgmachtiging naadloos aansluit.

3.Het advies van de reclassering

3.1.
Het verlengingsadvies van 12 mei 2021
Het advies van de reclassering houdt, voor zover relevant en aanvullend op de rapportage van de gedragsdeskundige, het volgende in:
Voorafgaand aan de tbs-maatregel kende betrokkene een uitgebreide hulpverleningsgeschiedenis waar vele ambulante en klinische behandelingen (al dan niet met een inbewaringstelling of rechterlijke machtiging in het kader van de Wet BOPZ) onderdeel van uitmaakten.
Met intensieve ondersteuning en structuur vanuit zijn omgeving is betrokkene in staat om stabiel en zonder agressie en middelengebruik te functioneren. Naast deze externe structuur en begeleiding zijn er diverse beschermende factoren aanwezig, zoals stabiliteit van huisvesting, de structurele zinvolle dag invulling, betrokkene is medicatietrouw en heeft bovendien een samenwerkingsgerichte, transparante houding ten opzichte van de hulpverlening.De psychiatrische problematiek is echter op zich een belemmering voor uitbreiding van beschermende factoren: betrokkene is star en rigide in het contact met anderen, waardoor het opbouwen van een steunend sociaal netwerk erg moeilijk is. Verder zorgt de inactiviteit ervoor dat uitbreiding van dagbesteding of invulling van vrije tijd moeizaam verloopt. Toch zet betrokkene zich naar vermogen in voor zijn traject en de verwachting is, juist vanwege de ernst van zijn problematiek, dat hij zijn hele leven lang in enige mate afhankelijk zal zijn van professionele structurering en ondersteuning.
Gezien de beperkte draagkracht en beperkte leerbaarheid is geleidelijkheid en zorgvuldigheid van groot belang gedurende het resocialisatietraject. Ook dient aandacht te zijn voor enerzijds de neiging tot zelfoverschatting en anderzijds de behoefte aan autonomie van betrokkene, omdat hij juist tegen de achtergrond van het indexdelict bij een verkeerde bejegening risicovol gedrag kan vertonen.
Geconcludeerd kan worden dat betrokkene het afgelopen jaar stabiel heeft gefunctioneerd en het behandelplafond, net als vorig jaar, is bereikt. De reclassering heeft de mogelijkheden voor een vervolgplek onderzocht. In de eerste plaats heeft de reclassering betrokkene aangemeld bij de RIBW te [plaats] , maar daar is hij vanwege de complexe psychiatrische problematiek afgewezen. Vervolgens is betrokkene aangemeld bij de reguliere GGZ [naam] in [plaats] . Zij hebben betrokkene geaccepteerd met als enige voorwaarde dat de maatregel tbs een jaar gehandhaafd zou worden. Als reden voerden zij aan dat de overgang naar de GGZ spanningen teweeg zou kunnen brengen bij betrokkene en als het nodig mocht zijn terugplaatsing of een time out sneller gerealiseerd kon worden middels een forensische titel. De reclassering kan zich hierin vinden.
Aankomend jaar zal het toezicht gericht zijn op het inbedden van betrokkene in de GGZ.De reclassering zal meer op de achtergrond geraken waardoor de hulpverlening en begeleiding vanuit de GGZ op de voorgrond zal komen te staan. De GGZ neemt de taken van de forensische zorg over en de reclassering zal werken aan het versoepelen van vrijheden. De GGZ zal voldoende zicht moeten krijgen op zijn daadwerkelijk functioneren en op de medicatie-inname. Daarnaast kunnen zij hem ondersteunen in zijn zelfzorg en de zorg voor zijn woonomgeving.
De reclassering adviseert om de maatregel tbs, fase voorwaardelijke beëindiging dwangverpleging, te verlengen met één jaar. De voorwaarden kunnen gehandhaafd blijven.
De getuige [naam] (reclasseringswerker) heeft ter zitting van 6 juli 2021 aan het advies toegevoegd, dat betrokkene in de [naam kliniek] wil blijven en dat een zorgmachtiging daarom niets toevoegt. Desgevraagd heeft getuige [naam] verklaard dat een CIZ-indicatie afgegeven moet worden voor de Wet langdurige zorg als de maatregel wordt beëindigd. Betrokkene kan daarmee in de [naam kliniek] blijven met 24-uurszorg.
3.2.
Het voortgangsverslag aan opdrachtgever TBS van 31 augustus 2021
Bij dit advies is het indicatiebesluit CIZ voor GGZ wonen (wonen met intensieve begeleiding [24-uurszorg] en gedragsregulering met ingang van 13 juli 2021) gevoegd.
Het advies van de reclassering houdt het volgende in:
Betrokkene verblijft sinds 25 maart 2021 in de [naam kliniek] te [plaats] . Hij bewoont een appartement met nog twee andere cliënten.
Verslag periode 8 juni 2021 tot en met 31 augustus 2021:
Het contact met betrokkene vindt plaats eenmaal per drie weken (huisbezoek). Eens per maand is er telefonisch overleg met de eerst verantwoordelijk verpleegkundige. Er hebben zich in deze periode geen incidenten voorgedaan. Door het autisme van betrokkene en zijn overige psychiatrische problematiek, is het (bijna) onmogelijk om een wederkerig contact te hebben. Het contact wat er is, is afkomstig van de toezichthouder naar betrokkene, nooit andersom. Dit maakt dat de toezichthouder afhankelijk is van de informatie van het begeleidend team van [naam] . De persoonlijk begeleider is een psychiatrisch verpleegkundige, die wekelijks een gesprek heeft met betrokkene om in te schatten hoe het met hem gaat en te achterhalen wat hij nodig heeft en indien nodig bij te sturen. Externe sturing te aanzien van woning, voeding, lichaamsbeweging en persoonlijke verzorging blijft nodig om niet in een chaos te verzanden.
Dagbesteding: eens per week verricht betrokkene werkzaamheden in het glasatelier bij [naam] op het GGZ terrein van [adres] . Enkele keren wandelt betrokkene met een groep die woonachtig is in de [naam kliniek] .
Sociaal netwerk: betrokkene is veel op zichzelf. Hij heeft geen behoefte aan contact met zijn familie en heeft het aanbod van een maatje/buddy afgeslagen.
Betrokkene heeft een Wajong-uitkering. Er zijn geen schulden. De reclassering acht het van belang dat betrokkene een bewindvoerder heeft.
Gezien de beperkte draagkracht is het van belang dat de begeleiding voortdurend alert is: overschrijding van de draagkracht kan namelijk leiden tot decompensatie, achterdocht en verminderde agressieregulatie.
Nu de Wet langdurige zorg is geregeld, heeft betrokkene niet langer begeleiding en toezicht nodig van de reclassering. De zorgprothese, externe sturing zoals die nu wordt vormgegeven door de GGZ [naam] , lijkt voldoende om het risico op recidive zo laag mogelijk te houden.
Er is geen reden de tbs te verlengen zolang betrokkene medicatietrouw is en in de [naam kliniek] blijft wonen.
De getuige [naam] (reclasseringswerker en plaatsvervanger van [naam] ) heeft ter zitting van 21 september 2021 aan het advies toegevoegd, dat het indicatiebesluit voor onbepaalde tijd is toegekend. Het behandelplafond is bereikt. Betrokkene heeft niet veel sturing meer nodig van de reclassering. Betrokkene moet wel verder worden begeleid. Dat kan prima met een zorgmachtiging als betrokkene in de [naam kliniek] blijft.

4.Het standpunt van psycholoog [naam]

Betrokkene verblijft sinds maart 2021 in de [naam kliniek] , waar zeker eens per week een gesprek met hem wordt gevoerd. Betrokkene is een kwetsbare man en het is de vraag of hij altijd open is. De samenwerking is tot nu toe goed, maar het is van belang dat er een kader is voor het geval de samenwerking wat minder wordt. Gelet op de huidige opstelling van betrokkene, is het kader van zorgmachtiging voldoende.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar moet worden afgewezen mits de rechtbank het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging ex artikel 2.3 Wfz toewijst.

6.Het standpunt van betrokkene

Betrokkene en zijn raadsman hebben aangegeven dat zij zich kunnen vinden in de beëindiging van de terbeschikkingstelling en toewijzing van het verzoek een zorgmachtiging te verlenen. Voor betrokkene is het van belang dat hij in zijn huidige onderkomen in de [naam kliniek] kan blijven.

7.De beoordeling

Uit genoemde rapportages blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten schizofrenie met als differentiaal diagnose een schizo affectieve stoornis, bipolair type) en een autismespectrumstoornis. Verder is bij betrokkene sprake van een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis, langdurig in remissie in een gereguleerde omgeving. Tenslotte is lichamelijk onder andere sprake van suikerziekte, waarvan bekend is dat een niet goed ingestelde suikerspiegel aanleiding kan geven tot (ernstige) psychische klachten als teken van ontregeling van de suikerziekte.
Het recidivegevaar – onder de huidige tbs-maatregel – waarbij betrokkene structuur, begeleiding en toezicht wordt geboden, wordt als laag (hooguit laag-matig) ingeschat. Zonder deze begeleiding en dit toezicht, waarbij betrokkene geacht wordt autonoom te functioneren, neemt het recidiverisico op zowel de korte termijn toe tot matig-hoog en op (middel)lange termijn tot hoog. Het is van het grootste belang dat er een goede balans blijft tussen enerzijds voldoende externe steun, structuur en controle en anderzijds voldoende autonomie. Benadrukt wordt dat betrokkene blijvend begrenzing en sturing van buitenaf nodig heeft. De beperking van het recidivegevaar tot een aanvaardbaar niveau door middel van deze begrenzing en sturing kan echter ook in het kader van de reguliere verplichte zorg worden geborgd.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies en de rapportages van de deskundigen te twijfelen en neemt deze over.
De rechtbank heeft (bij afzonderlijke beslissing van heden) op basis van de Wfz een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van zes maanden. Met de daarin opgenomen voor betrokkene noodzakelijke zorg wordt het recidiverisico teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau. Onder deze omstandigheden vereist de veiligheid niet langer dat de tbs-maatregel wordt verlengd.
De rechtbank zal de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling dan ook afwijzen.

8.De beslissing

De rechtbank:
Wijst af de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van [betrokkene] .
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door
mr. J. van Beek, voorzitter,
mr. C.S. Schoorl en mr. N.L.M. Rogmans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.M.A. van der Meij, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2021.
Mr. Schoorl en mr. Rogmans zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.