Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 27 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland (hierna: Woonwaard) en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. Woonwaard heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de huurwoning gevorderd, omdat [gedaagde] structureel ernstige overlast zou veroorzaken voor omwonenden. De overlast bestond niet alleen uit geluidsoverlast, maar ook uit intimiderend en bedreigend gedrag. Ondanks herhaalde waarschuwingen en afspraken, bleef [gedaagde] overlast veroorzaken, wat leidde tot deze rechtszaak.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] sinds 1993 een woning huurt van Woonwaard en dat er in de afgelopen jaren meerdere meldingen van overlast zijn geweest. Woonwaard heeft geprobeerd om met [gedaagde] in gesprek te gaan en hem gedragsaanwijzingen te geven, maar deze hebben niet geleid tot verbetering. De rechter oordeelde dat de overlast zo ernstig was dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was. De kantonrechter heeft de vordering van Woonwaard toegewezen, waarbij [gedaagde] werd veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen een week na betekening van het vonnis, en tot betaling van een dwangsom bij niet-nakoming.
De rechter heeft ook geoordeeld dat [gedaagde] verantwoordelijk is voor de proceskosten, omdat hij ongelijk heeft gekregen. Dit vonnis benadrukt de verplichtingen van huurders om zich als goed huurder te gedragen en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.