Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Van Mossel Citroën B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
De beoordeling
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter in kort geding geoordeeld over de vordering van een werknemer, hierna te noemen [eiser], om het tussen hem en zijn werkgever, Van Mossel Citroën B.V., overeengekomen concurrentiebeding te schorsen. De werknemer had zijn arbeidsovereenkomst opgezegd en wilde bij een concurrent gaan werken, maar het concurrentiebeding verbood dit. De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] afgewezen, omdat de belangen van de werkgever bij handhaving van het concurrentiebeding zwaarder wegen dan die van de werknemer bij schorsing. De kantonrechter oordeelde dat Van Mossel voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [eiser] over vertrouwelijke bedrijfsinformatie beschikt die hij bij zijn nieuwe werkgever zou kunnen gebruiken, wat een concurrentievoordeel zou opleveren. De kantonrechter benadrukte dat de werknemer onvoldoende had onderbouwd dat zijn belangen zwaarder wegen dan die van de werkgever. De vordering werd afgewezen en de proceskosten werden aan de werknemer opgelegd.