ECLI:NL:RBNHO:2020:9997

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 november 2020
Publicatiedatum
30 november 2020
Zaaknummer
AWB - 19 _ 5320
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terecht opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting door gemeente Bloemendaal

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 25 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en de heffingsambtenaar van de gemeente Bloemendaal over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De eiseres, [X] B.V., ontving een naheffingsaanslag van € 65,30, bestaande uit € 2,60 aan parkeerbelasting en € 62,70 aan kosten, omdat haar auto op 29 juni 2019 geparkeerd stond aan de Zeeweg te Bloemendaal zonder dat er parkeerbelasting was betaald. Eiseres had echter wel parkeerbelasting voldaan voor een andere parkeerzone in de gemeente Zandvoort, wat leidde tot verwarring.

De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat eiseres de parkeerbelasting niet had betaald aan de juiste gemeente. De rechtbank stelde vast dat het aan eiseres was om te verifiëren dat zij de verschuldigde parkeerbelasting betaalde aan de gemeente waar zij daadwerkelijk parkeerde. De rechtbank verwierp het beroep van eiseres op het vertrouwensbeginsel, omdat de uitlatingen van de parkeercontroleur niet voldoende concreet waren om als toezegging te worden beschouwd.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

Rechtbank noord-holland

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 19/5320

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 november 2020 in de zaak tussen

[X] B.V., gevestigd te [Z] , eiseres,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Bloemendaal, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiseres een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd, ten bedrage van € 65,30 (bestaande uit € 2,60 parkeerbelasting en € 62,70 kosten).
Eiseres heeft daartegen bezwaar gemaakt.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2020 te Haarlem. Namens eiseres is verschenen [A] , bestuurder van eiseres. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [B] .

Overwegingen

Feiten
1. Op 29 juni 2019 om 20:57 uur heeft een parkeercontroleur geconstateerd dat de auto van eiseres met kenteken [#] stond geparkeerd aan de Zeeweg te Bloemendaal. Ten plaatse was op genoemde datum en genoemd tijdstip parkeerbelasting verschuldigd. De parkeercontroleur heeft geconstateerd dat voor de auto geen parkeerbelasting was betaald. Vervolgens is de naheffingsaanslag opgelegd.
2. Eiseres heeft op 29 juni 2019 van 18:57 uur tot 21:19 uur wel parkeerbelasting voldaan voor parkeerzone 236106 (gemeente Zandvoort).
Geschil
3. In geschil is of de naheffingsaanslag terecht aan eiseres is opgelegd.
4. Eiseres stelt zich op het standpunt dat zij voor dezelfde straat in een andere gemeente parkeerbelasting heeft betaald, hetgeen veroorzaakt is doordat de gemeente Zandvoort en Bloemendaal naast elkaar liggen. De bestuurder van eiseres wilde na het parkeren direct een parkeertransactie starten middels de parkeerapplicatie, maar dat lukte niet omdat de telefoon geen bereik had. Al lopende naar een restaurant heeft de bestuurder van eiseres de parkeertransactie gestart. De bestuurder van eiseres heeft ter plekke de naheffingsaanslag aangetroffen en een parkeercontroleur aangesproken. De parkeercontroleur heeft gezegd de verwarring te begrijpen, adviseerde om direct de gemeente aan te schrijven en gaf aan dat het vaker voorkomt en ook wel teruggedraaid wordt.
5. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres de parkeerbelasting niet heeft voldaan. Dat eiseres parkeerbelasting heeft voldaan aan de verkeerde gemeente komt voor haar rekening en risico. Voor zover eiseres een beroep doet op het vertrouwensbeginsel, slaagt dat niet. Er is geen sprake van een bewuste standpuntbepaling. Er is namelijk niet gezegd dan wel de indruk gewekt dat deze naheffingsaanslag vernietigd zal worden. Bovendien is het geen beleid van de gemeente in dergelijke gevallen, hoe begrijpelijk ook, coulance toe te passen, en wordt in vergelijkbare gevallen geen teruggave van parkeerbelasting verleend.
6. Voor het overige verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.
Beoordeling van het geschil
7. De rechtbank stelt voorop dat de parkeerbelasting wordt geheven in de gemeente waarin wordt geparkeerd, door de heffingsambtenaar van de betreffende gemeente en tegen tarieven die door de gemeentelijke regelgever worden vastgesteld. De parkeerbelasting dient dan ook te worden betaald aan de gemeente waarin wordt geparkeerd.
8. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de auto op de in geding zijnde datum en het in geding zijnde tijdstip stond geparkeerd in de gemeente Bloemendaal aan de Zeeweg. Eiseres heeft dit niet weersproken.
9. De rechtbank heeft, mede gezien hetgeen eiseres hieromtrent heeft verklaard, geen reden te twijfelen aan dit standpunt van verweerder en zij gaat hier derhalve vanuit. De stelling van eiseres dat de parkeerapplicatie de verkeerde gemeente met dezelfde straat heeft aangegeven, wat daarvan overigens ook zij, doet daar niet af. Het is aan eiseres zich te vergewissen dat zij de verschuldigde parkeerbelasting betaalt aan de gemeente waar zij de auto parkeert. En het is ook aan eiseres om te controleren of de parkeerzone waar zij parkeert overeenkomt met de parkeerzone die verschijnt in de parkeerapplicatie. Dat zij de parkeerbelasting ten onrechte aan de gemeente Zandvoort heeft betaald komt dan ook voor haar rekening en risico.
10. Vast staat dat op de in geding zijnde datum en het in geding zijnde tijdstip voor het parkeren ter plaatse aan de Zeeweg parkeerbelasting is verschuldigd en dat eiseres de aan de gemeente Bloemendaal verschuldigde parkeerbelasting niet heeft betaald. Dat betekent dat verweerder aan eiseres terecht en naar juiste hoogte de naheffingsaanslag heeft opgelegd.
Vertrouwensbeginsel
11. De rechtbank begrijpt dat eiseres een beroep doet op het vertrouwensbeginsel. De parkeercontroleur heeft gezegd de verwarring te begrijpen, adviseerde om direct de gemeente aan te schrijven en gaf aan dat het vaker voorkomt en ook wel teruggedraaid wordt, aldus eiseres.
12. Een toezegging is een mondelinge, schriftelijke of elektronische uitlating van verweerder, waaraan eiseres het vertrouwen heeft mogen ontlenen dat verweerder, na kennisneming van alle daartoe vereiste bijzonderheden van eiseres zelf betreffende het geval, aan wettelijke, dan wel andere door verweerder in acht te nemen algemene regels in zijn geval een bepaalde toepassing zal geven. Een toezegging bindt verweerder, ook indien de nakoming van de toezegging in strijd is met de wet. Daarbij gelden twee voorbehouden. Het eerste voorbehoud is dat de door eiseres aan verweerder verschafte, voor diens toezegging relevante gegevens juist en volledig zijn. Het tweede voorbehoud is dat de gedane toezegging niet zo duidelijk in strijd is met een juiste wetstoepassing dat eiseres op nakoming van die toezegging in redelijkheid niet mocht rekenen.
13. De rechtbank is van oordeel dat de uitlating van de parkeercontroleur zoals weergegeven door eiseres, mede gelet op hetgeen de gemeente gesteld heeft omtrent het gevoerde beleid in vergelijkbare gevallen, onvoldoende concreet was om als toezegging op te vatten, waardoor eiseres geen geslaagd beroep kan doen op het vertrouwensbeginsel.
14. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
Proceskosten
15. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.H. de Soeten, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Marinus, griffier, op 25 november 2020. Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312,
1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.