Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
een portemonnee (met daarin €230,- van voornoemde €280,- en diverse pasjes) en/of een telefoon (inclusief telefoonhoesje met daarin €50,- van voornoemde €280,- en diverse pasjes), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
verklaringdie verdachte
ter terechtzittingvan 13 november 2020 heeft afgelegd, houdt het volgende in:
proces-verbaal van bevindingen(dossierpagina 46 t/m 49), inhoudende als relaas van bevindingen van verbalisanten:
proces-verbaal van aangifte(dossierpagina 42 t/m 45), inhoudende als de op
15 december 2019 door aangever [slachtoffer] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:
Ik zag dat persoon 2 op de achterbank een mes in mijn zij aan het porren was. Ik kon wat glimmend[s] zien toen ik mijn hoofd naar beneden had gedrukt en ik voelde wat prikken.
Ik hoorde persoon 1 en persoon 2 zeggen: “We willen geld, we willen geld”.
Persoon 2 gaf aan dat hij vijftig euro niet genoeg vond. Ik moest toen plaats nemen op de achterbank. Persoon 1 ging achter het stuur zitten en persoon 2 ging naast mij zitten.
Ik zag op dat moment dat persoon 2 continu het mes bedreigend naar mij hield. Persoon 2 had het mes in zijn rechterhand vast. Ik kan het mes als volgt omschrijven:
- een soort van keukenmes;
- niet gekarteld;
- ongeveer 30 cm exclusief handvat;
- zwart handvat.
Persoon 2 gaf bij het uitstappen persoon 1 het mes.
Persoon 2 stapte weer naast mij in de auto en de bedreigingen met het mes werden steeds heftiger.
- licht bruin;
- 4 briefjes van 50 euro;
- 3 briefjes van 10 euro;
- losgeld.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
Slachtoffers van berovingen kunnen nog langere tijd gevoelens van angst en onveiligheid ervaren. Uit de door het slachtoffer bij zijn verzoek tot schadevergoeding gegeven toelichting volgt dat daarvan ook in dit geval sprake is.
uittreksel uit de justitiële documentatievan 7 oktober 2020, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor een soortgelijke feit is veroordeeld;
voorlichtingsrapportvan 10 november 2020 van
[reclasseringswerker] , als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland. In dit rapport wordt geadviseerd verdachte bijzondere voorwaarden op te leggen.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
18 maanden;
6 maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren;
- zich zal melden bij Reclassering Nederland, Drechterwaard 102 te Alkmaar, zo vaak en zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- mee zal werken aan een behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering en zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht.
- mee zal werken aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde zal de reclassering inzicht geven in zijn financiën en schulden;
[slachtoffer]geleden schade gedeeltelijk toe tot een bedrag van
€ 1.771,28, bestaande uit € 771,28 als vergoeding voor de materiële en € 1.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
[slachtoffer]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 1.771,28, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
27 dagen gijzelingen bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;