ECLI:NL:RBNHO:2020:9892
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar motorrijtuigenbelasting wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Apeldoorn. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) en een boete, opgelegd op 17 juli 2015. Het bezwaar werd door de inspecteur op 1 april 2019 niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de naheffingsaanslag op 17 juli 2015 was gedagtekend en dat de bezwaartermijn op 18 juli 2015 begon te lopen, eindigend op 31 augustus 2015. Eiser heeft zijn bezwaarschrift pas op 5 februari 2018 ingediend, wat buiten de termijn viel. Eiser voerde aan dat hij door ziekte niet in staat was om tijdig bezwaar te maken, maar de rechtbank oordeelde dat hij een derde had moeten inschakelen om zijn belangen te behartigen.
De rechtbank concludeerde dat er geen reden was voor een verschoonbare termijnoverschrijding en dat de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. F. Kleefmann, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van Doesburg, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.