ECLI:NL:RBNHO:2020:9853

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 december 2020
Publicatiedatum
25 november 2020
Zaaknummer
AWB - 20_4045
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk verklaarde beroepen inzake naheffingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen

Op 4 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres [X], gevestigd te [Z], en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres heeft op 6 juli 2020 beroep ingesteld tegen naheffingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2014 tot en met 2017. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat een beroep moet voldoen aan de eisen van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb, waarin staat dat de gronden van het beroep vermeld moeten worden. Eiseres heeft echter geen beroepsgronden ingediend in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiseres op 14 september 2020 verzocht om dit verzuim binnen vier weken te herstellen, maar eiseres heeft hierop niet gereageerd en geen gronden ingediend.

De rechtbank concludeert dat eiseres in verzuim is geweest en dat er geen verontschuldiging voor dit verzuim is gegeven. Daarnaast heeft eiseres ook niet de bestreden uitspraak op bezwaar en de gevraagde machtiging overgelegd, ondanks het verzoek van de rechtbank. Gezien deze omstandigheden verklaart de rechtbank de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 20/4045 tot en met 20/4048

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 december 2020 in de zaak tussen

[X] , te [Z] , eiseres

(gestelde gemachtigde: B. Chanhih),
en

de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft bij brief van 6 juli 2020 beroep ingesteld. Uit het beroepschrift blijkt dat het beroep gericht is tegen naheffingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2014 tot en met 2017.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiseres heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 14 september 2020 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Nader ingesteld onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 16 september 2020 is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend.
4. Eiseres heeft binnen die termijn geen gronden ingediend. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
5. Verder merkt de rechtbank op dat eiseres, gelet op de artikelen 6:5 en 6:6 van de Awb, en gelet op het bepaalde in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb in samenhang met artikel 6:6 van de Awb, ook in verzuim geweest binnen de gestelde termijn de bestreden uitspraak op bezwaar en de gevraagde machtiging over te leggen. Bij de onder 3 genoemde aangetekend verzonden brief van 14 september 2020 is eiseres tevens gewezen op deze verzuimen en is zij verzocht om deze uiterlijk binnen vier weken na datum van verzending te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien eiseres niet aan dit verzoek voldoet, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Eiseres heeft hierop niet gereageerd.
6. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 4 december 2020.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.