ECLI:NL:RBNHO:2020:9797

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 oktober 2020
Publicatiedatum
24 november 2020
Zaaknummer
8426989 \ WM VERZ 20-157
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging beschikking en gegrondverklaring beroep wegens het niet verstrekken van opgevraagde stukken

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaandam, op 28 oktober 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen, waartegen hij beroep had ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 18 augustus 2020 werd de behandeling van de zaak aangehouden om de officier van justitie de gelegenheid te geven een foto van de gedraging te overleggen, waarop de datum en het tijdstip van de gedraging vermeld stonden. Deze foto werd echter niet ontvangen, wat leidde tot de conclusie dat de gedraging onvoldoende vast was komen te staan.

De kantonrechter oordeelde dat kennisneming van de correcte foto noodzakelijk was voor de beoordeling van de zaak. Aangezien de termijn die de kantonrechter had gesteld was verstreken zonder dat de officier van justitie de juiste foto had overlegd, werd het beroep gegrond verklaard. De kantonrechter vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking. Tevens werd de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, tot een bedrag van € 787,50. Dit bedrag zou aan de gemachtigde van de betrokkene worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden.

De uitspraak benadrukt het belang van het verstrekken van bewijsstukken door de officier van justitie in administratieve sanctiezaken. De kantonrechter heeft de beslissing genomen in het belang van een zorgvuldige rechtsgang, waarbij de rechten van de betrokkene gewaarborgd moeten zijn. De betrokkene heeft het recht om binnen zes weken na de dag van toezending hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaandam
Zaaknummer : 8426989 \ WM VERZ 20-157
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 28 oktober 2020
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : M.J.M. Bergers, Boete.nu te Maastricht.

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De kantonrechter heeft de behandeling van de zaak ter zitting van 18 augustus 2020 aangehouden tot uiterlijk 29 september 2020 teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de foto van de gedraging te overleggen met daarop de vermelding van de datum en het tijdstip van de gedraging, zodat deze op dit onderdeel alsnog voldoet aan de voorwaarden zoals vermeld in het Beleidskader. De betreffende foto is niet ontvangen, waarna de kantonrechter uitspraak heeft bepaald.

Overwegingen:

De gedraging waarvoor de sanctie is opgelegd luidt - kort omschreven - als volgt: handelen in strijd met gesloten verklaring in beide richtingen weg(gedeelte) bestemd voor bepaalde categorie voertuigen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift – dat zich bij de stukken bevindt – de gronden daarvoor aangevoerd.
Nu de door de kantonrechter gestelde termijn is verstreken en er van of namens de officier van justitie nog steeds geen juiste foto van de gedraging is verstrekt, is de gedraging onvoldoende vast komen te staan.
De kantonrechter acht voor de beoordeling van onderhavige zaak kennisneming van de correcte foto van de gedraging noodzakelijk. De kantonrechter overweegt dat met de summiere gegevens uit het zaakoverzicht niet kan worden vastgesteld of de gedraging op de bewuste datum en tijdstip is gepleegd en verbindt hieraan de gevolgtrekking dat het beroep gegrond zal worden verklaard.
De inleidende beschikking dient te worden vernietigd en het beroep dient gegrond te worden verklaard.
De gemachtigde heeft een kostenveroordeling gevraagd wegens een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Nu het beroep gegrond wordt verklaard, komen de proceskosten voor vergoeding in aanmerking. Met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht zal de kantonrechter de officier van justitie veroordelen in de kosten tot een bedrag van € 787,50. Daarbij is rekening gehouden met drie proceshandeling (het indienen van een beroepschrift bij de officier van justitie en bij de kantonrechter en de telefonische hoorzitting van de officier van justitie), een waarde per punt van € 525,00, en een waardering van het gewicht van de zaak op ‘licht’, met bijbehorende wegingsfactor 0,50.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 787,50 en wijst de Staat der Nederlanden aan als rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden;
‒ bepaalt dat het bedrag van € 787,50 aan de gemachtigde van betrokkene zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.S.A.M. Schokkenbroek, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: