ECLI:NL:RBNHO:2020:9727
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing Wajong-uitkering wegens arbeidsongeschiktheid
Op 23 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak tussen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en een eiser die een Wajong-uitkering aanvroeg. Eiser, geboren met het Kopenhagen Syndroom, had eerder een aanvraag ingediend voor een beoordeling van zijn arbeidsvermogen. Het primaire besluit van 3 mei 2019 wees zijn aanvraag af, en het bestreden besluit van 4 februari 2020 verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiser stelde dat hij niet in staat was om vier uur per dag te werken en dat de medische rapporten onjuist waren. Tijdens de zitting op 21 augustus 2020 was eiser niet aanwezig, maar verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank beoordeelde of verweerder op juiste gronden had geoordeeld dat eiser mogelijkheden tot arbeidsparticipatie had. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeerde dat eiser, ondanks zijn klachten, in staat was om vier uur per dag te werken. De rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe medische informatie was die de conclusies van de verzekeringsarts kon ondermijnen. Eiser had geen bewijs geleverd dat zijn belastbaarheid wisselend was, wat een herhaald onderzoek zou rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat verweerder voldoende gemotiveerd had dat eiser voldeed aan de criteria voor arbeidsparticipatie.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd niet in het openbaar gedaan vanwege coronamaatregelen, maar zal later alsnog openbaar worden gemaakt.