ECLI:NL:RBNHO:2020:9619
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting wegens niet geregistreerde gehandicaptenparkeervergunning
Op 18 november 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser [X], wonende te [Z], en de heffingsambtenaar van de gemeente Zaanstad. Eiser had beroep ingesteld tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 61,75, opgelegd op 18 februari 2019. De naheffingsaanslag was het gevolg van het feit dat eiser met zijn auto, kenteken [kenteken 1], geparkeerd stond op een locatie waar betaald parkeren gold, terwijl zijn digitale gehandicaptenparkeervergunning geregistreerd stond op een ander kenteken, [kenteken 2].
Eiser stelde dat hij contact had gehad met de gemeente om de wijziging van het kenteken door te geven, maar de rechtbank oordeelde dat het enkel stellen van telefonisch contact onvoldoende was om aan te tonen dat het niet aan eiser te wijten was dat de vergunning niet op het juiste kenteken stond. De rechtbank concludeerde dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor vrijstelling van parkeerbelasting, zoals vastgelegd in de Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen Zaanstad 2019.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. Eiser was niet verschenen op de zitting, maar was op de juiste wijze uitgenodigd. De uitspraak werd gedaan door mr. F. Kleefmann, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van Doesburg, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.