Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het vonnis in incident van 11 december 2019;
- tussenvonnis van 5 februari 2020;
- akte vermeerdering van eis met producties van de zijde van de zijde van [eiseres] van
- antwoordakte vermeerdering van eis van de zijde van Varipar van 30 september 2020.
2.De feiten
3.Het geschil
- € 43.365,00 aan restauratiekosten,
- € 18.500,00 aan economisch verlies handelsvoorraad,
- € 3.858,14 aan bereddingskosten,
- € 267,94 aan schilderkosten,
- € 11.150 aan huurkosten,
- (naar de rechtbank begrijpt)€ 347,12 ter zake van facturen Antikipedia,
- € 6.000,00 aan kosten podia en bak met sloten,
- € 7.610,00 aan kosten schilderen/vervangen vloeren,
- € 5.357,00 aan kosten experts.
- € 3.389,76 aan advocatenkosten;
- € 117.693,00 aan gemiste winstmarge, en
- € 40.801,00 aan gederfde winst.
4.De beoordeling
De rechtbank stelt vast dat de facturen ter onderbouwing van het gevorderde bedrag betrekking hebben op verrichtingen in de periode van 12 januari 2018 tot en met 4 april 2018. Varipar heeft aansprakelijkheid erkend en schade‑expert [schade-expert] ingeschakeld ter afwikkeling van de schade. Dat inschakeling van een advocaat in die periode redelijkerwijs noodzakelijk was, is niet onderbouwd. Een vergoeding voor die werkzaamheden kan daarom niet als in redelijkheid gemaakte kosten worden aangemerkt. Deze schadepost wordt dus afgewezen.
€ 43.000,00 en bedraagt de bedrijfsschade maximaal € 1.500,00.
4.804,00(2,0 punten × tarief € 2.402,00)