ECLI:NL:RBNHO:2020:950
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van een woning wegens gebrek aan hoofdverblijf en laag gebruik van nutsvoorzieningen
In deze zaak heeft de stichting Kennemer Wonen een kort geding aangespannen tegen [gedaagde] met als doel ontruiming van de woning aan de [adres] te [plaats]. De vordering is gebaseerd op het feit dat [gedaagde] niet haar hoofdverblijf in de woning heeft, wat in strijd is met de huurovereenkomst. Kennemer Wonen stelt dat [gedaagde] al geruime tijd niet in de woning verblijft en dat het waterverbruik in de woning extreem laag is, wat zou wijzen op een gebrek aan bewoning. De kantonrechter heeft op 23 januari 2020 de mondelinge behandeling gehouden, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De rechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet in staat is geweest om aan te tonen dat zij haar hoofdverblijf in de woning heeft, ondanks haar verklaringen en de overgelegde bankafschriften. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Kennemer Wonen toewijsbaar is, gezien de ingrijpende gevolgen van de ontruiming voor [gedaagde]. De rechter heeft de ontruimingstermijn verlengd en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een bedrag per maand voor elke maand dat de woning niet is ontruimd, evenals de proceskosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.