ECLI:NL:RBNHO:2020:9427

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 oktober 2020
Publicatiedatum
12 november 2020
Zaaknummer
8646747 CV EXPL 20-5863
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen voor schoonmaakwerkzaamheden op basis van een overeenkomst van opdracht

In deze zaak heeft Schoonmaak-Sterren, een vennootschap onder firma, een vordering ingesteld tegen Frederiks Beheer B.V. wegens onbetaalde facturen voor schoonmaakwerkzaamheden die zijn uitgevoerd op basis van een overeenkomst van opdracht. De overeenkomst is op 1 juni 2017 ingegaan en betreft werkzaamheden die zijn verricht in de maanden juli en augustus 2018. Schoonmaak-Sterren heeft twee facturen gestuurd ter hoogte van € 990,99, maar Frederiks Beheer heeft deze facturen niet voldaan. Schoonmaak-Sterren vordert in totaal € 1.367,86, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

Frederiks Beheer heeft de vordering betwist en aangevoerd dat zij niet verantwoordelijk is voor de betaling van de facturen, omdat de werkzaamheden zijn uitgevoerd na de verkoop van activa aan een andere vennootschap. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat Schoonmaak-Sterren erop mocht vertrouwen dat zij met Frederiks Beheer zaken deed, en dat Frederiks Beheer niet tijdig heeft aangegeven dat zij niet verantwoordelijk was voor de betaling van de facturen. De kantonrechter heeft de vordering van Schoonmaak-Sterren grotendeels toegewezen, met uitzondering van een deel van de vordering dat betrekking heeft op werkzaamheden die niet aan Frederiks Beheer zijn gefactureerd.

De kantonrechter heeft Frederiks Beheer veroordeeld tot betaling van € 1.319,45, vermeerderd met wettelijke handelsrente, en heeft de proceskosten aan de zijde van Schoonmaak-Sterren toegewezen. De beslissing is op 28 oktober 2020 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8646747 / CV EXPL 20-5863
Uitspraakdatum: 28 oktober 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.de vennootschap onder firmaSchoonmaak-Sterren

2. [eiser sub 2] , vennoot van eiser sub 1

3. [eiser sub 3] , vennoot van eiser sub 1,

allen te [plaats]
eisers
verder te noemen: Schoonmaak-Sterren
gemachtigde: mr. M. Leung
tegen
de besloten vennootschap
Frederiks Beheer B.V.,
gevestigd te Haarlem
gedaagde
verder te noemen: Frederiks Beheer
verschenen bij [naam] (directeur)

1.Het procesverloop

1.1.
Schoonmaak-Sterren heeft bij dagvaarding van 19 juni 2020 een vordering tegen Frederiks Beheer ingesteld. Frederiks Beheer heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 29 september 2020 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Schoonmaak-Sterren bij brief van 22 september 2020 nog stukken toegezonden. Ter zitting heeft Schoonmaak-Sterren eveneens stukken overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Schoonmaak-Sterren heeft met Frederiks Plaagdier Preventie B.V. (hierna FPP) een overeenkomst van opdracht gesloten voor het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden. De overeenkomst is per 1 juni 2017 aangevangen voor onbepaalde tijd.
2.2.
Schoonmaak-Sterren heeft FPP twee facturen gestuurd d.d. 24 en 28 september 2018 voor een totaal bedrag van € 990,99. Het betreft schoonmaakwerkzaamheden over de maanden juli en augustus 2018 door zowel Nippon Express NEC Logistic Europe B.V. (hierna NEC) als door “ [XX] ” (hierna [XX] ).
2.3.
Frederiks Beheer heeft de facturen niet voldaan.

3.De vordering

3.1.
Schoonmaak-Sterren vordert – samengevat – dat de kantonrechter Frederiks Beheer veroordeelt tot betaling van € 1.367,86. De vordering bestaat uit € 990,99 aan hoofdsom, € 148,60 aan wettelijke handelsrente berekend tot 19 juni 2020, € 188,27 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw en € 40,00 aan interne invorderingskosten, nog te vermeerderen met verdere rente, proceskosten en nakosten.
3.2.
Schoonmaak-Sterren legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst van opdracht de door Frederiks Beheer aan haar opgedragen schoonmaakwerkzaamheden heeft uitgevoerd en daarvoor Frederiks Beheer op 24 en 28 september 2018 facturen heeft gestuurd. Frederiks Beheer heeft deze facturen echter, ondanks aanmaning, niet betaald. Daarnaast maakt Schoonmaak-Sterren aanspraak op schadevergoeding in de vorm van de buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. Schoonmaak-Sterren vordert interne vorderingskosten (dossierkosten) op grond van artikel 6:96 BW en artikel 6 lid 1 jo. 2 van de Richtlijn 2011/7/EU EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties.

4.Het verweer

4.1.
Frederiks Beheer betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat Frederiks Beheer als 100% aandeelhouder van Visser Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten B.V. (hierna Visser), de activa van Visser met ingang van 1 juli 2018 heeft verkocht aan Visser Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (dan wel Dienstverlening) B.V. i.o. Ter onderbouwing van dat verweer heeft Frederiks Beheer de verkoopovereenkomst overgelegd. Frederiks Beheer heeft Schoonmaak-Sterren van die verkoop op de hoogte gesteld. De facturen zijn van na 1 juli 2018. Frederiks Beheer heeft Schoonmaak-Sterren gevraagd om de facturen te splitsen en naar de juiste personen te sturen. Frederiks Beheer betwist het deel van de facturen dat ziet op de door NEC uitgevoerde werkzaamheden verschuldigd te zijn, omdat die in verband met de verkoop van Visser niet voor Frederiks Beheer bestemd zijn. Deze vallen in de verkoopovereenkomst. De werkzaamheden die door [XX] zijn verricht vallen buiten de verkoopovereenkomst en die is Frederiks Beheer wel verschuldigd. Schoonmaak-Sterren heeft echter geen gehoor gegeven aan zijn verzoek om de facturen te splitsen, zodat Frederiks Beheer die niet kan doorzetten naar [XX] .

5.De beoordeling

5.1.
Vaststaat dat Schoonmaak-Sterren schoonmaakwerkzaamheden verrichtte op grond van een overeenkomst van opdracht tussen Schoonmaak-Sterren en FPP. De facturen zijn ook gestuurd naar FPP. Dat betekent dat Schoonmaak-Sterren in feite niet Frederiks Beheer maar FPP had moeten dagvaarden. De kantonrechter zal hier echter aan voorbij gaan. Het volgende is daartoe redengevend.
5.2.
Frederiks Beheer heeft desgevraagd ter zitting, door middel van een situatieschets, inzichtelijk gemaakt dat Frederiks Beheer een holding is waar FPP en Visser onder “hangen”. Frederiks Beheer heeft daarbij aangegeven dat FPP handelde met Schoonmaak-Sterren en dat Visser de facturen betaalde. Schoonmaak-Sterren heeft ter zitting onbetwist gesteld dat zij voorheen altijd op dezelfde manier heeft gefactureerd en dat zij ook altijd betaald heeft gekregen. Frederiks Beheer heeft niet aangevoerd dat de facturen op een verkeerde naam zijn gezet. Frederiks Beheer heeft evenmin aangevoerd dat Schoonmaak-Sterren de verkeerde B.V. zou hebben gedagvaard. De conclusie is dat Schoonmaak-Sterren erop mocht vertrouwen dat zij met Frederiks Beheer zaken deed. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat een en ander aan toewijzing van de vordering niet in de weg staat.
5.3.
Frederiks Beheer heeft ter zitting (nogmaals) erkend het deel van de vordering dat ziet op de werkzaamheden door [XX] verschuldigd te zijn, zodat dat deel kan worden toegewezen. Voor het deel van de vordering dat ziet op de door NEC uitgevoerde werkzaamheden, heeft Frederiks Beheer aangevoerd dat die zijn uitgevoerd nadat zij Visser heeft verkocht, zodat zij dat deel van de facturen niet verschuldigd is. Frederiks Beheer heeft daarbij aangevoerd dat zij Schoonmaak-Sterren tijdig van die verkoop op de hoogte heeft gesteld. Schoonmaak-Sterren heeft echter betwist van de verkoop op de hoogte te zijn gesteld. Ook heeft Schoonmaak-Sterren gesteld dat zij het uittreksel bij de Kamer van Koophandel heeft nagekeken en dat daar niets over de verkoop staat vermeld. Frederiks Beheer heeft hiertegenover niets overgelegd waaruit blijkt dat zij Schoonmaak-Sterren wel tijdig in kennis heeft gesteld van de verkoop. Het verweer van Frederiks Beheer op dit punt wordt daarom als onvoldoende onderbouwd gepasseerd. Het moet er dan ook voor worden gehouden dat Frederiks Beheer heeft verzuimd om Schoonmaak-Sterren tijdig op de hoogte te stellen van de verkoop van Visser. Dat betekent dat Frederiks Beheer eveneens jegens Schoonmaak-Sterren is gehouden om de facturen te voldoen, die zien op de door NEC verrichte werkzaamheden.
5.4.
Omdat Frederiks Beheer in gebreke is gebleven met het tijdig voldoen van de facturen is zij voorts de wettelijke handelsrente verschuldigd, als gevorderd.
5.5.
Schoonmaak-Sterren maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Schoonmaak-Sterren heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 148,65 exclusief btw komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en zal worden toegewezen. De btw hierover wordt toegewezen tot een bedrag van € 31,21 in plaats van € 39,62.
5.6.
De gevorderde interne invorderingskosten worden afgewezen, omdat deze geacht worden te zijn begrepen onder de incassokosten.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van Frederiks Beheer, omdat zij grotendeels ongelijk krijgt. Daarbij wordt Frederiks Beheer ook veroordeeld tot betaling van € 90,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Schoonmaak-Sterren worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen ingaande de 15e dag na de datum van betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Frederiks Beheer tot betaling aan Schoonmaak-Sterren van € 1.319,45 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 990,99 vanaf 19 juni 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Frederiks Beheer tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Schoonmaak-Sterren tot en met vandaag vaststelt op € 946,99, te weten:
dagvaarding € 87,99
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 360,00
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten ingaande de 15e dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
veroordeelt Frederiks Beheer tot betaling van € 90,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Schoonmaak-Sterren worden gemaakt;
6.4.
verklaart vorenstaande betalings- en kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.P. Ruitinga, kantonrechter en op 28 oktober 2020 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter