ECLI:NL:RBNHO:2020:9387

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 november 2020
Publicatiedatum
12 november 2020
Zaaknummer
8659820 BM VERZ 20-1836
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot bestuur over huwelijksgoederengemeenschap met uitsluiting van betrokkene wegens dementie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot onderbewindstelling van de huwelijksgoederengemeenschap. Verzoeker, de vrouw, heeft verzocht om het bestuur over de goederen van de huwelijksgoederengemeenschap met uitsluiting van de betrokkene, haar echtgenoot, op basis van artikel 1:91 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder het verzoekschrift, bereidverklaringen van bewindvoerders en aanvullende stukken die zijn ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 oktober 2020 is gebleken dat de betrokkene, die lijdt aan dementie, niet meer in staat is om de goederen van de huwelijksgoederengemeenschap te besturen. Dit heeft geleid tot problemen, vooral omdat de betrokkene mede-eigenaar is van 64 onroerende zaken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene door zijn aandoening blijvend in de onmogelijkheid verkeert om de goederen te besturen. Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank het verzoek van de vrouw toegewezen en het bestuur over de huwelijksgoederengemeenschap aan haar opgedragen, met uitsluiting van de betrokkene. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Sector Familie en jeugd
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 8659820 \ BM VERZ 20-1836 SB
Uitspraakdatum: 11 november 2020

Beschikking

Op verzoek van:
[verzoekster]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: verzoeker,
met betrekking tot:
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] , Nederlands-Indië, op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.

procedure

De rechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 21 juli 2020;
  • de bereidverklaringen van de voorgestelde bewindvoerders;
  • de akkoordverklaringen van de belanghebbenden;
  • aanvullende stukken, ter griffie ingekomen op 26 augustus 2020;
  • de aantekeningen van de mondelinge behandeling van het verzoek op 11 augustus 2020 en op 20 oktober 2020 (telefonisch).

beoordeling

Verzoeker heeft het formulier verzoek tot onderbewindstelling ingevuld. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 20 oktober 2020 is gebleken dat verzoeker geen onderbewindstelling (met toezicht van de kantonrechter) beoogt, maar wenst te worden belast met het bestuur over de goederen van de huwelijkse gemeenschap met uitsluiting van de betrokkene. De zaak is daarop door de kantonrechter verwezen naar de rechtbank. Nu de behandelend kantonrechter ook rechter is in deze rechtbank, heeft zij het verzoek op dezelfde zitting verder behandeld.
Verzoeker en betrokkene zijn op 2 juni 1965 in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Uit de door verzoeker overgelegde CIZ verklaring blijkt dat bij betrokkene sprake is van dementie. Beschermd wonen met zeer intensieve (24 uurs) zorg is noodzakelijk. Betrokkene is hierdoor niet langer in staat om de goederen van de huwelijksgoederengemeenschap te besturen. In het bijzonder geldt dat betrokkene, tezamen met anderen, eigenaar is van 64 onroerende zaken. Dit betreft investeringen in onroerende zaken die hij doet tezamen met anderen. Er worden geregeld onroerende zaken verkocht en aangekocht. Nu betrokkene niet meer in staat is onroerende zaken te verkopen is, ook voor de andere eigenaren van de onroerende zaken, een probleem ontstaan.
Op grond van artikel 1:91 van het Burgerlijk Wetboek kan een echtgenoot, indien de andere echtgenoot door afwezigheid of een andere oorzaak in de onmogelijkheid verkeert zijn goederen of de goederen der gemeenschap te besturen of in ernstige mate tekortschiet in het bestuur van de goederen der gemeenschap, de rechtbank verzoeken het bestuur over die goederen of een deel daarvan met uitsluiting van de eerstgenoemde echtgenoot opgedragen te krijgen.
Door de bij betrokkene bestaande afasie en dementie verkeert hij blijvend in de onmogelijkheid de goederen der gemeenschap, waaronder de onroerende zaken, te besturen. Gelet daarop acht de rechter het verzoek toewijsbaar. De rechter acht het niet noodzakelijk nadere regels omtrent het bestuur te stellen.

beslissing

De rechter:
  • draagt het bestuur over de goederen der voornoemde huwelijksgoederengemeenschap met uitsluiting van [betrokkene] , op aan [verzoekster] , voornoemd;
  • verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Kanninga-Jonker, rechter in deze rechtbank, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De rechter