3.2Verweerder gaat op basis van het door hem gevoerde beleid, neergelegd in de “Beleidsregel Handhaving Opiumwet bij drugs in woningen en lokalen” vastgesteld op
30 juni 2017, over tot het toepassen van bestuursdwang op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet als in de woning een handelshoeveelheid drugs wordt aangetroffen. Daarbij geldt, conform de “Aanwijzing Opiumwet” van het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie, dat 0,5 gram harddrugs en 5 gram softdrugs als een geringe hoeveelheid bestemd voor eigen gebruik wordt aangemerkt.
Uit het beleid volgt verder dat indien sprake is van een ernstig geval een woning bij een eerste overtreding wordt gesloten voor de duur van een jaar. In minder ernstige gevallen volgt bij een eerste overtreding een waarschuwing. Van een ernstig geval is sprake indien wordt voldaan aan één of meer van de volgende criteria:
1. indien in een woning minimaal 50 gram harddrugs (middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwet) zijn aangetroffen;
2. indien andere feiten en omstandigheden dan de aangetroffen harddrugs wijzen op de handel in harddrugs (middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwet) in en vanuit een woning;
3. indien in een woning minimaal 5000 gram softdrugs (middel als bedoeld in lijst II van de Opiumwet) zijn aangetroffen;
4. indien er naast overtredingen van de Opiumwet in en vanuit een woning, sprake is van strafbare feiten zoals geweld, (vuur)wapens en/of munitie, waardoor de openbare orde is verstoord;
5. indien er sprake is van gevaar en/of overlast voor omwonenden, waardoor het woon- en leefklimaat is aangetast;
6. indien in de woning niet wordt gewoond;
7. indien feiten en omstandigheden wijzen op georganiseerde drugshandel, zoal de aanwezigheid van verpakkingsmateriaal, grote som(men) (handels)geld, weegschaal, assimilatielampen en dergelijke en/of de verklaringen of meldingen van getuigen, omwonenden, gebruikers, handelaren en dergelijke.
4. Verweerder heeft zich op basis van de hiervoor aangehaalde informatie van de politie op het standpunt gesteld dat hij onder toepassing van het door hem gevoerde beleid bevoegd was om met toepassing van 13b, eerste lid, van de Opiumwet de sluiting van de woning voor de duur van een jaar te gelasten.
5. De bevoegdheid tot het toepassen van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet is een discretionaire bevoegdheid. Dit betekent dat het aan verweerder is om de betrokken belangen af te wegen bij zijn besluit om deze bevoegdheid te gebruiken. Het is aan de voorzieningenrechter om te toetsen of de burgemeester na afweging van de betrokken belangen in redelijkheid daartoe heeft kunnen besluiten.