Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 augustus 2020 in de zaak tussen
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [derde partij] te [woonplaats 2] .
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Noord-Holland
Op 4 augustus 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eisers, vertegenwoordigd door mr.drs. R.T.M. Lagerweij, in beroep gingen tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem. Dit besluit betrof de weigering van een omgevingsvergunning aan een derde-partij voor het splitsen van een woonruimte in drie appartementen. De rechtbank oordeelde dat het beroep van eisers niet-ontvankelijk was, omdat zij de termijn voor het indienen van het beroepschrift hadden overschreden. De termijn begon op 10 mei 2019, na de bekendmaking van het bestreden besluit, en eindigde op 20 juni 2019. Eisers hebben pas op 10 juli 2019 beroep ingesteld, wat buiten deze termijn viel. De rechtbank overwoog dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, aangezien eisers op de hoogte waren van het bestreden besluit en de mogelijkheid hadden om tijdig beroep in te stellen. De rechtbank concludeerde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. drs. J.H.A.C. Everaerts, in aanwezigheid van griffier mr. L. van Broekhoven. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.