In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 augustus 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een werkgever en een werkneemster. De werkgever, een administratiekantoor, verzocht om ontbinding op basis van verwijtbaar gedrag van de werkneemster en een verstoorde arbeidsrelatie. De werkneemster, die sinds 1 december 2017 in dienst was, had zich op 23 juli 2019 ziek gemeld na een conflict over haar tijdsregistratie en werkuren. De werkgever stelde dat de werkneemster opzettelijk meer uren had geschreven dan daadwerkelijk gewerkt en dat zij meermaals te laat was gekomen. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor ernstig verwijtbaar handelen van de werkneemster. Wel werd vastgesteld dat de arbeidsrelatie ernstig en duurzaam verstoord was, waardoor ontbinding gerechtvaardigd was. De kantonrechter kende de werkneemster een transitievergoeding van € 3.138,55 toe en een billijke vergoeding van € 5.000,00, omdat het verstoorde arbeidsklimaat in belangrijke mate aan de werkgever te wijten was. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met ingang van 1 oktober 2020, en de proceskosten werden aan de werkgever opgelegd.