ECLI:NL:RBNHO:2020:9201

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 oktober 2020
Publicatiedatum
9 november 2020
Zaaknummer
7958711 \ CV EXPL 19-11470
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door buitengewone omstandigheden en onvoldoende maatregelen van luchtvaartmaatschappij

In deze zaak heeft een passagier een vordering ingesteld tegen Austrian Airlines wegens vertraging van zijn vlucht van Amsterdam naar Košice via Wenen op 29 maart 2019. De passagier miste zijn aansluitende vlucht door een vertraging van 36 minuten van vlucht OS 376, die hem verplichtte om alternatief vervoer te regelen. De passagier vorderde compensatie van € 250,00 op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie voorschrijft bij langdurige vertraging van vluchten.

Austrian Airlines betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, zoals instructies van de luchtverkeersleiding en een zieke passagier. De kantonrechter oordeelde echter dat Austrian Airlines niet voldoende redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te beperken, zoals het aanhouden van reservetijd voor de overstap. De rechter concludeerde dat de vertraging van de passagier het directe gevolg was van de vertraging van vlucht OS 376 en dat Austrian Airlines niet kon aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden.

De kantonrechter heeft de vordering van de passagier toegewezen en Austrian Airlines veroordeeld tot betaling van € 250,00, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten. De rechter wees de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten af, omdat de passagier niet had aangetoond dat deze kosten gerechtvaardigd waren. Het vonnis werd uitgesproken door kantonrechter M.M. Kruithof op 28 oktober 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7958711 \ CV EXPL 19-11470
Uitspraakdatum: 28 oktober 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats] (Slowakije)
eiser
hierna te noemen de passagier
gemachtigde mr. D.E. Lof
tegen
de buitenlandse rechtspersoon
Austrian Airlines Aktiengesellschaft
gevestigd te Wenen (Oostenrijk), mede kantoorhoudende te Schiphol (gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen Austrian Airlines
gemachtigde mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 2 juli 2019 een vordering tegen Austrian Airlines ingesteld. Austrian Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Austrian Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven. De passagier heeft vervolgens nog een akte genomen.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Austrian Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Austrian Airlines de passagier diende te vervoeren van Amsterdam, via Wenen (Oostenrijk) naar Košice (Slowakije) op 29 maart 2019 met vluchten OS 376 en OS 743, hierna: de vlucht.
2.2.
Volgens de planning zou vlucht OS 376 naar Wenen om 20:00 uur lokale tijd vertrekken en om 21:50 uur lokale tijd arriveren. Dit zou de passagier 25 minuten geven om over te stappen op vlucht OS 743, welke om 22:15 uur lokale tijd zou vertrekken en 23:10 uur lokale tijd zou landen te Košice.
2.3.
Vlucht OS 376 is met een vertraging van 36 minuten uitgevoerd. De passagier heeft de overstap te Wenen gemist. De passagier is met alternatief vervoer op de eindbestemming gearriveerd.
2.4.
De passagier heeft compensatie van Austrian Airlines gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
Austrian Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagier vordert dat Austrian Airlines, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 37,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis, indien voldoening niet binnen die termijn plaatsvindt.
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat Austrian Airlines vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.

4.Het verweer

4.1.
Austrian Airlines betwist de vordering. Allereerst heeft Austrian Airlines aangevoerd dat de passagier niet heeft voldaan aan de substantiëringsplicht. Volgens Austrian Airlines had de passagier minimaal moeten stellen hoe, met welke vluchten en hoe laat hij in Košice is aangekomen om aan deze plicht te voldoen. Austrian Airlines stelt bovendien geen compensatie verschuldigd te zijn omdat de passagier zich niet heeft gemeld voor vlucht OS 743. De passagier kan derhalve zijn vordering niet baseren op annulering, omboeking of tijdsverlies van die vlucht, aldus Austrian Airlines. Daarnaast doet Austrian Airlines een beroep op buitengewone omstandigheden.
4.2.
Austrian Airlines heeft verder aangevoerd dat de vlucht vertraagd is uitgevoerd als gevolg van een besluit van de luchtverkeersleiding. De vlucht kreeg meermaals een nieuwe CTOT toegewezen, stelt Austrian Airlines, hetgeen een vertraging in de uitvoering van 25 minuten opleverde. De CTOT zou specifiek zijn opgelegd aan vlucht OS 376. Austrian Airlines beroept zich op een buitengewone omstandigheid; zij moest gevolg geven aan de instructies van de luchtverkeersleiding. Austrian Airlines stelt dat zij geen invloed kan uitoefenen op beslissingen van de luchtverkeersleiding en dat zij de vertraging van vlucht OS 376 en daarmee het missen van de overstap op vlucht OS 743 niet kon voorkomen. Ook was er sprake van een ‘zieke of overleden passagier’ (vertragingscode 16C) die van boord moest worden gehaald, hetgeen volgens Austrian Airlines 10 minuten vertraging in de uitvoering van de vlucht opleverde.
4.3.
Austrian Airlines voert voorts aan dat zij alle redelijke maatregelen heeft getroffen ter beperking of voorkoming van de vertraging.
4.4.
Austrian Airlines betwist tevens buitengerechtelijke kosten verschuldigd te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Allereerst zal de kantonrechter het verweer van Austrian Airlines ten aanzien van de substantiëringsplicht van de passagier beoordelen. Dit verweer slaagt niet. In de dagvaarding staat de naam van de passagier, is de datum en het vluchtnummer vermeld, alsmede de vertrek- en aankomstplaats. Daarnaast wordt een beroep gedaan op artikel 7 van de Verordening. Weliswaar is dit summiere informatie, voor Austrian Airlines, die immers over alle vluchtinformatie beschikt, is dit voldoende informatie om zich te kunnen verweren. Voor zover de passagier in de dagvaarding niet aan zijn substantiëringsplicht heeft voldaan, is dat in de repliek hersteld. Het was voor Austrian Airlines zonder meer duidelijk waartegen zij zich moest verweren en zij heeft ook reeds in de conclusie van antwoord inhoudelijk verweer tegen de vordering gevoerd.
5.3.
Vast staat dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur is aangekomen op de eindbestemming Košice. Austrian Airlines is derhalve op grond van de Verordening in beginsel gehouden de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient een luchtvaartmaatschappij in het voorkomende geval aan te tonen dat zij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen de buitengewone omstandigheden kennelijk niet had kunnen vermijden – behoudens indien zij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht – dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot de langdurige vertraging van de vlucht leidden.
5.4.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit het door Austrian Airlines overgelegde vluchtrapport van vlucht OS 376 blijkt dat het toestel steeds een nieuwe CTOT opgelegd kreeg van de luchtverkeersleiding. Reden hiervoor was vertragingscode 81 (‘ATFM due to standard demand/capacity problems’). Dit leverde een vertraging van 25 minuten op. Wanneer een vlucht een CTOT opgelegd krijgt heeft deze vlucht niet de mogelijkheid toch eerder te vertrekken. Een CTOT moet immers altijd worden opgevolgd. Niet is gebleken dat de luchtverkeersleiding de CTOT heeft opgelegd door toedoen van Austrian Airlines. Naar het oordeel van de kantonrechter is in dit geval de opgelegde CTOT dan ook aan te merken als een buitengewone omstandigheid. Een CTOT is immers niet inherent aan de normale bedrijfsuitvoering en ligt buiten de macht van een luchtvaartmaatschappij. De vertraging van vlucht OS 376 is derhalve het gevolg van een buitengewone omstandigheid.
5.5.
Tevens is voldoende gebleken dat de uiteindelijke vertraging van de passagier van meer dan drie uur op de eindbestemming het directe gevolg is geweest van de vertraagde uitvoering van vlucht OS 376. De passagier heeft immers door deze vertraging de aansluitende vlucht OS 743 gemist. De uiteindelijke vertraging van de passagier is dan ook het gevolg van buitengewone omstandigheden.
5.6.
Voorts dient de vraag te worden beantwoord of Austrian Airlines alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagier te voorkomen dan wel te beperken. Austrian Airlines heeft aangevoerd dat de passagier zich niet heeft gemeld voor de vlucht naar Košice. De kantonrechter oordeelt als volgt. De overstap op vlucht OS 743 was reeds geruime tijd gemist toen de passagier arriveerde te Wenen. Het kan de passagier dan ook niet worden verweten dat hij zich niet voor deze vlucht heeft gemeld. De passagier heeft gesteld dat er geen vervangende vluchten voor hem waren. Er zouden de rest van het weekend geen vluchten naar Košice beschikbaar zijn, aldus de passagier. Hij stelt op eigen initiatief en op eigen kosten alternatief vervoer te hebben moeten regelen. Austrian Airlines heeft dit niet onderbouwd betwist. Daarnaast heeft Austrian Airlines geen enkele buffer aangehouden bij de geplande overstap van de passagier. De geplande overstaptijd te Wenen was 25 minuten, waar de minimum overstaptijd ter plaatse eveneens 25 minuten bedraagt. Nu er geen nieuwe vlucht voor de passagier is geregeld en Austrian Airlines geen reservetijd heeft aangehouden voor de overstap, zijn niet de benodigde redelijke maatregelen getroffen om de vertraging op de eindbestemming te beperken.
5.7.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van de passagier worden toegewezen. De overige verweren van Austrian Airlines aangaande de vlucht behoeven geen bespreking meer.
5.8.
De passagier heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. Austrian Airlines heeft deze vordering gemotiveerd betwist. De passagier heeft hiertegenover niet aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal daarom worden afgewezen.
5.9.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Austrian Airlines worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Austrian Airlines tot betaling aan de passagier van € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 29 maart 2019 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
6.2.
veroordeelt Austrian Airlines tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagier tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 99,01;
griffierecht € 81,00;
salaris gemachtigde € 144,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter