Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Lidl Nederland GmbH,
1.Het procesverloop
2.De verdere beoordeling
Gelderse Tramvervoer Maatschappij)).
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 oktober 2020 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijk geschil tussen [verzoeker] en Lidl Nederland GmbH. [verzoeker] had op 27 januari 2020 een verzoek ingediend om voor recht te verklaren dat aan zijn ontslag op staande voet op 2 december 2019 geen dringende reden ten grondslag lag. Lidl had een verweerschrift ingediend en in een eerdere beschikking was bepaald dat beide partijen getuigen mochten meenemen naar de zitting op 24 februari 2020. Tijdens deze zitting zijn drie getuigen gehoord, die verklaarden dat [verzoeker] hen filmpjes en beelden met kinderporno had getoond op de werkplek en onder werktijd.
De kantonrechter oordeelde dat Lidl erin geslaagd was te bewijzen dat er een dringende reden voor het ontslag op staande voet aanwezig was. De verklaringen van de getuigen werden als geloofwaardig en overtuigend beschouwd, terwijl de verklaring van [verzoeker] onvoldoende gewicht in de schaal legde. De kantonrechter volgde [verzoeker] niet in zijn stelling dat het ontslag niet onverwijld was gegeven, en concludeerde dat Lidl voldoende voortvarend had gehandeld. De kantonrechter wees het verzoek van [verzoeker] af en oordeelde dat het ontslag rechtsgeldig was, met als gevolg dat er geen grond was voor toekenning van een billijke vergoeding of transitievergoeding. Tevens werden de proceskosten aan [verzoeker] opgelegd, omdat hij ongelijk had gekregen.