ECLI:NL:RBNHO:2020:8983
Rechtbank Noord-Holland
- Conservatoire maatregel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om conservatoir beslag in verband met frustratie executie vonnis
Op 29 september 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [J] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [B]. Het verzoek van [J] om verlof te verkrijgen voor het leggen van conservatoir beslag onder de bankinstelling van [B] werd afgewezen. Dit verzoek was ingediend in het kader van een vordering van [J] ter hoogte van € 1.517.237,-. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek in feite neerkwam op een verkapt eigenbeslag, wat niet is toegestaan zonder bijzondere omstandigheden.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat [J] en [B] sinds 2013 in verschillende gerechtelijke procedures verwikkeld zijn. In een eerdere bodemzaak had de rechtbank op 26 augustus 2020 een eindvonnis gewezen, waarbij de vorderingen van [B] waren toegewezen en die van [J] waren afgewezen. [B] had op basis van dit vonnis een factuur aan [J] gestuurd voor een bedrag van € 472.661,09, wat betrekking had op de bruto winstbijdrage over 2014. [J] had in haar verzoekschrift aangegeven deze factuur te willen voldoen door betaling op de rekening van [B].
De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek om beslag onder de bankinstelling van [B] de gerechtvaardigde aanspraken van [B] zou frustreren, aangezien [B] een executoriale titel had. De voorzieningenrechter weigerde het verlof, omdat het beslag de rechten van [B] zou aantasten en er geen bijzondere omstandigheden waren die het verzoek rechtvaardigden. De beslissing om het verzoek af te wijzen werd genomen met inachtneming van de lange duur van de procedures tussen de partijen en de afwijzing van de vorderingen van [J] in eerdere procedures.