ECLI:NL:RBNHO:2020:8968
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een woning op basis van artikel 13b Opiumwet wegens hennepkwekerij
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de burgemeester van de gemeente Zandvoort. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester, dat op 28 januari 2020 was genomen, waarin de sluiting van haar woning werd bevolen op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Dit besluit volgde op de ontdekking van een hennepkwekerij in haar woning, waar 225 hennepplanten waren aangetroffen. Eiseres verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat zij het niet eens was met de sluiting van haar woning.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de sluiting van de woning noodzakelijk was en niet onevenredig. Eiseres voerde aan dat er geen sprake meer was van onrust in de omgeving en dat de sluiting niet noodzakelijk was. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de sluiting gerechtvaardigd was vanwege het brandgevaar dat voortkwam uit het illegaal stroomtappen en de omvang van de kwekerij. Eiseres had niet voldoende bewijs geleverd voor haar stelling dat de sluiting onevenredig was, en de voorzieningenrechter wees erop dat het tijdsverloop sinds de ontdekking van de kwekerij niet maakte dat de sluiting nu onevenredig was.
Uiteindelijk verklaarde de voorzieningenrechter het beroep van eiseres ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak benadrukt dat bestuurlijke maatregelen zoals sluiting van een woning gericht zijn op het herstel van de openbare orde en niet als strafrechtelijke sanctie moeten worden gezien.