ECLI:NL:RBNHO:2020:8934

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 november 2020
Publicatiedatum
3 november 2020
Zaaknummer
8784487
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhuurder moet actief contact opnemen met huurder voor dagvaarden; compensatie proceskosten

In deze zaak heeft Stichting De Woonschakel Westfriesland (hierna: Woonschakel) op 16 september 2020 een vordering ingesteld tegen twee gedaagden wegens huurachterstand. De huurachterstand was ontstaan door financiële problemen, deels veroorzaakt door de coronacrisis. De gedaagden hebben de huur voor de maand augustus betaald, maar de huur voor september was nog niet voldaan op het moment van dagvaarden. Woonschakel vorderde een totaalbedrag van € 1.301,17, inclusief rente en kosten.

Tijdens de zitting op 14 oktober 2020 heeft de kantonrechter de situatie van de gedaagden beluisterd, waarbij werd aangevoerd dat zij in contact stonden met Woonschakel en een betalingsregeling hadden getroffen. De gedaagden voerden aan dat Woonschakel te snel was overgegaan tot dagvaarden zonder eerst actief contact op te nemen over de betalingsproblemen. De kantonrechter oordeelde dat Woonschakel inderdaad had moeten proberen om een oplossing te vinden voordat zij juridische stappen ondernam.

De kantonrechter heeft de vordering van Woonschakel toegewezen, maar de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. Dit vonnis benadrukt het belang van communicatie tussen verhuurder en huurder, vooral in tijden van financiële moeilijkheden door de coronacrisis.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8784487 \ CV EXPL 20-4987 WG
Uitspraakdatum: 11 november 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de stichting
Stichting De Woonschakel Westfriesland
gevestigd te Medemblik
eiseres
verder te noemen: Woonschakel
gemachtigde: M.G. Lasonder
tegen

1.[gedaagde 1]

2. [gedaagde 2]
beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
verder (enkelvoudig) te noemen: [gedaagden]
in persoon procederende.

1.Het procesverloop

1.1.
Woonschakel heeft bij dagvaarding van 16 september 2020 een vordering tegen [gedaagden] ingesteld. [gedaagden] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Op 14 oktober 2020 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De vordering

2.1.
Woonschakel vordert dat de kantonrechter [gedaagden] veroordeelt tot betaling van € 1.301,17, rente en kosten rechtens.
2.2.
Woonschakel legt – kort weergegeven – het volgende aan de vordering ten grondslag.
2.3.
Woonschakel heeft aan [gedaagden] verhuurd en in gebruik gegeven de woning met aanhorigheden aan de [adres] . De huurprijs bedraagt € 617,18 per maand. Er is sprake van een huurachterstand en [gedaagden] betaalt de huur structureel niet per de eerste van de maand. De huurachterstand bedraagt per 15 september 2020 € 1.186,54. Woonschakel maakt tevens aanspraak op buitengerechtelijke incassokosten tot een bedrag van € 112,02 en wettelijke rente tot een bedrag van € 2,61 berekend tot en met 15 september 2020. Daarmee bedraagt de vordering € 1.301,17.

3.Het verweer

3.1.
[gedaagden] betwist de vordering (gedeeltelijk). Zij voert – samengevat – het volgende aan.
3.2.
De huurachterstand wordt niet betwist, maar zij maakt bezwaar tegen de gang van zaken. Als zzp-er wordt zij ook te laat betaald. Zij heeft steeds contact gehouden met Woonschakel aangaande de achterstanden. Naar aanleiding van de aanmaning d.d. 2 juli 2020 heeft zij een regeling getroffen voor de achterstand, welke regeling wordt nagekomen. De huur voor de maand augustus is betaald en voor de maand september kreeg zij op 9 september 2020 een aanmaning en op 16 september 2020 werd ze al gedagvaard. Volgens de deurwaarder kon er pas een regeling getroffen worden nadat er een vonnis is gewezen. Nu komen er weer extra kosten bij en daar maakt zij bezwaar tegen. [gedaagden] vindt deze handelswijze niet correct voor een sociaal verhuurder.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagden] heeft aangevoerd dat Woonschakel veel te snel is overgegaan tot dagvaarden. Zij heeft zowel aan Woonschakel als aan de deurwaarder ten tijde van het treffen van de betalingsregeling uitgebreid uitgelegd wat de oorzaken waren voor de achterstand van één maand huur. Dit kwam deels door een grote schadepost binnen de eenmanszaak van haar partner, die ervoor heeft gezorgd dat de spaarpot helemaal leeg raakte. Toen daar ook nog de corona crisis bovenop kwam, ontstonden financiële problemen. Zij is naar Woonschakel toe heel snel in actie gekomen. Ook heeft zij tijdig hulp gevraagd bij de gemeente, maar dat duurt allemaal erg lang.
4.2.
De deurwaarder heeft op zitting aangevoerd dat aan [gedaagden] in de brief van 4 augustus 2020 duidelijk is aangegeven dat de regeling ook inhield dat de lopende huur op tijd betaald moest worden. Toen de huur over september op 9 september 2020 nog niet was betaald, is per e-mail een aanmaning gestuurd. Toen daar niet op werd gereageerd heeft Woonschakel opdracht gegeven over te gaan tot dagvaarden. Dat is op 16 september 2020 gebeurd. De huur over de maand oktober is op 2 oktober 2020 betaald, daar klaagt Woonschakel niet over.
4.3.
De kantonrechter overweegt dat uit de feiten blijkt dat [gedaagden] een betalingsregeling heeft getroffen toen zij één maand huurachterstand had. [gedaagden] heeft gemotiveerd aangevoerd dat zij - toen zij bemerkte dat zij daarin te optimistisch was geweest - contact heeft opgenomen met Woonschakel en dat haar is medegedeeld dat ‘zij niet aan corona deden en maximaal eens per jaar een betalingsregeling’ troffen. Oftewel er was volgens [gedaagden] niets meer te regelen. Daarom heeft ze ook niet meer gereageerd op de aanmaning van 9 september 2020. Weliswaar heeft de deurwaarder op de zitting aangegeven dat zij niet kan nagaan of deze stelling juist is, maar dit komt voor rekening en risico van Woonschakel aangezien zij geen vertegenwoordiger naar de zitting hebben laten komen. De kantonrechter komt dan ook tot de conclusie dat [gedaagden] er aldus de dupe van is geworden dat zij al na één maand achterstand een regeling trof terwijl zij niet in staat bleek de lopende huur óók voor de eerste van de maand te betalen. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat uit de stukken blijkt dat zij al geruime tijd gewend was ná de eerste van de maand te betalen. De kantonrechter is tegen die achtergrond, mede in aanmerking genomen de corona crisis en hetgeen [gedaagden] verder heeft aangevoerd over haar financiële situatie, van oordeel dat het op de weg van Woonschakel had gelegen actief contact op te nemen met [gedaagden] voordat zij over zou gaan tot dagvaarden.
4.4.
De kantonrechter zal de vordering toewijzen en zal de proceskosten in verband met hetgeen onder 4.3 is overwogen compenseren in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagden] tot betaling aan Woonschakel van € 1.301,17, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.186,54 vanaf 16 september 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Merkus en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter