Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 november 2020 in de zaak tussen
[X] , wonende te [Z] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Landsmeer, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Geschil
Eiser vraagt zich af in hoeverre rekening is gehouden met de omstandigheid dat de muren en het dak niet zijn geïsoleerd. Er is sprake van houtrot. Eiser heeft in dit verband gesteld dat het dak rot is en aan vervanging toe is. Hiermee heeft verweerder in onvoldoende mate rekening gehouden. Het bestreden besluit is in onvoldoende gemotiveerd. De grieven zijn niet inhoudelijk behandeld. Er is sprake van een recht van overpad. Het taxatieverslag vermeldt dit niet. Ook deze grief is niet inhoudelijk behandeld.
De door verweerder in de matrix genoemde vergelijkingsobjecten zijn wat type, bouwjaar, ligging en omvang betreft voldoende vergelijkbaar met de woning. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten dan ook dienen ter onderbouwing van de waarde van de woning op de waardepeildatum.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- vermindert de bij beschikking vastgestelde waarde van de woning per de waardepeildatum tot € 533.000;
- vermindert de aanslag onroerendezaakbelastingen dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.047 en
- draagt verweerder op het door eiser betaalde griffierecht van € 48 aan hem te vergoeden.
R. van der Vecht, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 9 november 2020. Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.