ECLI:NL:RBNHO:2020:8891

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 november 2020
Publicatiedatum
2 november 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 3674
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk verklaarde beroepen in bestuursrechtelijke belastingzaak

Op 6 november 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij de erven [X] als eisers op 25 juni 2020 beroep hebben ingesteld. De rechtbank heeft de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van het feit dat eisers geen gronden van het beroep hebben vermeld en geen kopie van het bestreden besluit hebben overgelegd, zoals vereist volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft eisers op 5 augustus 2020 per aangetekende brief verzocht om deze verzuimen binnen vier weken te herstellen. Deze brief werd echter retour ontvangen met de mededeling dat deze niet was afgehaald. De griffier heeft de brief vervolgens per gewone post verzonden, maar eisers hebben niet gereageerd op dit verzoek.

Daarnaast hebben eisers ook niet tijdig de gevraagde machtiging en verklaring van erfrecht overgelegd, ondanks dat zij hierop zijn gewezen in de eerder genoemde brief. Gezien het ontbreken van een verontschuldiging voor deze verzuimen, heeft de rechtbank geconcludeerd dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak gedaan zonder openbare zitting, als gevolg van de coronamaatregelen. De uitspraak is op 6 november 2020 gedaan door rechter M.C. van As, in aanwezigheid van griffier A.C. Karels. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 20/3674 en 20/3675

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 november 2020 in de zaken tussen

de erven [X] , te [Z] , eisers
(gestelde gemachtigde: B. Chanhih),

Procesverloop

Eisers hebben op 25 juni 2020 beroep ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden en een kopie van het bestreden besluit overleggen. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eisers hebben geen gronden vermeld en geen kopie van het bestreden besluit overgelegd. De rechtbank heeft eisers bij aangetekende brief van 5 augustus 2020 verzocht om binnen vier weken deze verzuimen te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien eisers niet aan dit verzoek voldoen, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Deze brief heeft de rechtbank retour ontvangen van het postbedrijf met de mededeling dat deze brief niet is afgehaald. Vervolgens heeft de griffier deze brief, ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8:38, eerste lid, van de Awb deze brief ter kennisname per gewone post verzonden. Eisers hebben niet gereageerd.
4. Eisers hebben geen reden gegeven voor deze verzuimen. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor deze verzuimen.
5. Gelet op het bepaalde in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb in samenhang met artikel 6:6 van de Awb, zijn eisers ook in verzuim geweest binnen de gestelde termijn de gevraagde machtiging alsmede een verklaring van erfrecht te overleggen. Bij dezelfde onder 3 genoemde aangetekend verzonden brief van 5 augustus 2020 zijn eisers gewezen op dit verzuim en zijn zij verzocht om dit uiterlijk binnen vier weken na datum van verzending te herstellen.
7. Eisers hebben niet gereageerd. De verzuimen zijn dus niet tijdig hersteld.
8. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 6 november 2020.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.