ECLI:NL:RBNHO:2020:8884
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake naheffingsaanslagen omzetbelasting
Op 6 november 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen V.O.F. [X], eiseres, en de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder. Eiseres had op 14 februari 2020 een beroepschrift ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 15 maart 2019, betreffende naheffingsaanslagen omzetbelasting. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat eiseres het verschuldigde griffierecht niet tijdig had betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 3 april 2020 in de gelegenheid was gesteld om het griffierecht te betalen, maar hierop niet heeft gereageerd. Een tweede aanmaning op 2 mei 2020 werd ook niet beantwoord. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging is voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, wat leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. Daarnaast heeft eiseres ook niet tijdig een uittreksel uit het handelsregister en andere benodigde documenten ingediend, wat verder bijdraagt aan de niet-ontvankelijkheid. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan zonder zitting, in het kader van de coronamaatregelen, en zal openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.