Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] ,
[passagier sub 2],
[passagier sub 3],
[passagier sub 4],
[passagier sub 5],
[passagier sub 6]
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 24 oktober 2019;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 19 februari 2020.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- € 678,40 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 27 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
Wanneer, in het geval waarin een stad of regio wordt bediend door meerdere luchthavens, de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert een passagier een vlucht aanbiedt naar een andere luchthaven dan die waarvoor was geboekt, draagt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de kosten van de reis van die andere luchthaven naar de luchthaven waarvoor was geboekt of naar een andere met de passagier overeengekomen nabijgelegen bestemming.De kantonrechter is van oordeel dat artikel 8 lid 3 van de Verordening ook van toepassing is indien passagiers door een vertraagde eerder vlucht de oorspronkelijk aansluitende vlucht hebben gemist en zijn omgeboekt. Voorts is de kantonrechter van oordeel dat de passagiers de gevorderde kosten ten aanzien van de treintickets van Philadelphia naar New York voldoende hebben onderbouwd. British Airways heeft de hoogte van de vordering niet betwist. De kantonrechter zal de vordering tot vergoeding van de treintickets gekocht om de passagiers te vervoeren naar de eindbestemming ter hoogte van € 667,72 eveneens toewijzen.