ECLI:NL:RBNHO:2020:8865

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 oktober 2020
Publicatiedatum
30 oktober 2020
Zaaknummer
8212359 \ CV FORM 19-18960
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor annulering van vlucht door luchtvaartmaatschappij bij buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en Easyjet Airline Company Limited. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten met Easyjet voor een vlucht van Venetië naar Amsterdam op 10 maart 2019, die echter werd geannuleerd. De passagier verzocht compensatie van € 500,00 wegens de annulering, maar Easyjet weigerde dit. De passagier baseerde haar verzoek op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen.

De kantonrechter oordeelde dat Easyjet niet kon aantonen dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, zoals weersomstandigheden of andere onvoorziene gebeurtenissen, die niet konden worden voorkomen. Easyjet voerde aan dat de annulering te wijten was aan slotrestricties door sterke wind, maar de rechter concludeerde dat Easyjet niet voldoende had aangetoond dat zij alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging van de passagier te voorkomen of te beperken. De passagier was uiteindelijk met een vertraging van 66 uur op haar eindbestemming aangekomen.

De kantonrechter heeft het verzoek van de passagier tot betaling van de hoofdsom, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen. De proceskosten werden ook aan Easyjet opgelegd. De rechter benadrukte dat Easyjet niet had aangetoond dat zij aan haar verplichtingen had voldaan om de passagier tijdig naar haar bestemming te brengen. De uitspraak bevestigt de rechten van passagiers onder de Europese regelgeving en de verplichtingen van luchtvaartmaatschappijen in geval van annuleringen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8212359 \ CV FORM 19-18960
Uitspraakdatum: 28 oktober 2020
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[de passagier], wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: Probe-ASP BV h.o.d.n. Aviclaim
tegen
Easyjet Airline Company Limited,
gevestigd te Bedfordshire (Verenigd Koninkrijk)
verwerende partij
verder te noemen: Easyjet
gemachtigde: mr. J. Kumar

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 3 december 2019;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 19 februari 2020.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagier diende te vervoeren van Marco Polo Airport, Venetië (Italië) naar Amsterdam-Schiphol Airport op 10 maart 2019, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is geannuleerd.
2.3.
De passagier heeft compensatie van Easyjet verzocht in verband met voornoemde annulering.
2.4.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagier verzoekt Easyjet te veroordelen tot betaling van:
- € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 maart 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 75,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
De passagier baseert haar verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagier stelt dat Easyjet vanwege de annulering van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening. De passagier heeft de vordering van haar minderjarige kind, die tevens in het bezit was van een vliegticket voor de vlucht, aan zichzelf gecedeerd. Derhalve is Easyjet gehouden een bedrag van € 500,00 te voldoen. Daarnaast maakt de passagier aanspraak op betaling door Easyjet van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.4.
Easyjet betwist de verschuldigdheid en de hoogte van het verzochte. Op het verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de vlucht van de passagier is geannuleerd. Nu gesteld, noch gebleken is dat Easyjet zich kan beroepen op artikel 5, eerste lid, onder c sub i, ii of iii van de Verordening, geldt er in beginsel een compensatieplicht voor Easyjet. Dit is anders indien Easyjet kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen had kunnen worden.
4.3.
In punt 14 en 15 van de Considerans van de Verordening heeft de gemeenschapswetgever erop gewezen dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen en wanneer een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging veroorzaakt. Een beroep op buitengewone omstandigheden faalt als die omstandigheden door redelijke voorzorgsmaatregelen hadden kunnen worden voorkomen.
4.4.
Easyjet voert aan dat de vlucht is geannuleerd wegens slotrestricties als gevolg van sterke wind te Schiphol. De vlucht stond gepland om 18:10 uur UTC te vertrekken vanuit Venetië en om 20:20 uur UTC aan te komen in Amsterdam. In eerste instantie heeft de luchtverkeersleiding een nieuw slot opgelegd van 21:10 uur UTC welke vervolgens is gewijzigd naar 20:40 uur UTC en uiteindelijk naar 20:33 uur UTC. Easyjet was hierdoor, vanwege de nachtsluiting van Schiphol die om 21:00 uur UTC ingaat, genoodzaakt de vlucht te annuleren. Het besluit van de luchtverkeersleiding is de reden geweest van de annulering van de vlucht. Op grond van considerans 15 van de Verordening is dan ook sprake van buitengewone omstandigheden, aldus Easyjet.
4.5.
Het intrekken en het opleggen van een later slot kan worden gezien als een besluit van de luchtverkeersleiding ten aanzien van een specifiek vliegtuig op een specifieke dag in de zin van overweging 15 van de considerans van de Verordening, zodat het een buitengewone omstandigheid kan opleveren. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Easyjet voldoende aannemelijk gemaakt dat de luchtverkeersleiding een dusdanig laat slot heeft opgelegd aan de vlucht dat zij bij uitvoering van de vlucht de nachtsluiting op Schiphol zou overtreden. Easyjet was hierdoor genoodzaakt de vlucht te annuleren. De annulering is dan ook het gevolg van buitengewone omstandigheden.
4.6.
De vraag die de kantonrechter vervolgens dient te beantwoorden is op Easyjet alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging bij de passagier te voorkomen dan wel te beperken. Easyjet heeft niet weersproken dat de passagier door Easyjet is omgeboekt naar een vlucht die drie dagen later is uitgevoerd, waarmee de passagier met een vertraging van 66 uur op de eindbestemming is aangekomen. De kantonrechter overweegt dat de luchtvaartmaatschappij – in het kader van de redelijke maatregelen die zij moet treffen om van haar compensatieverplichting te worden vrijgesteld – ervoor moet zorgen dat de passagier zo snel mogelijk een andere rechtstreekse of indirecte vlucht kan nemen, eventueel van een andere luchtvaartmaatschappij (zie de uitspraak van het Hof van Justitie van 11 juni 2020, ECLI:EU:C:2020:460). Niet gesteld noch gebleken is dat de passagier is omgeboekt naar de eerst mogelijke vlucht naar Amsterdam. Ook mede gelet op de vertraging op de eindbestemming, kan derhalve niet zonder nadere onderbouwing van Easyjet worden aangenomen dat zij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagier te beperken.
4.7.
Nu Easyjet voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal het verzoek tot betaling van de hoofdsom, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht, worden toegewezen.
4.8.
De verzochte wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
4.9.
De passagier heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten verzocht. Easyjet heeft dit verzoek (gemotiveerd) betwist. Omdat het onderhavige verzoek geen betrekking heeft op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is, zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. De kantonrechter is van oordeel dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht en dat hiervoor door de passagier kosten zijn gemaakt. De omvang van de buitengerechtelijke incassokosten moet worden getoetst aan de tarieven zoals vervat in het Besluit in plaats van aan de tarieven van het rapport Voorwerk II, omdat de tarieven neergelegd in voornoemd Besluit worden geacht redelijk te zijn. Omdat het verzochte bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de verzochte buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
4.10.
De proceskosten komen voor rekening van Easyjet omdat deze ongelijk krijgt.
4.11.
Op verzoek van de passagier zal een certificaat als bedoeld in artikel 20 lid 2 van de Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen aan deze beschikking worden gehecht.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Easyjet tot betaling aan de passagier van € 575,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 500,00 vanaf 10 maart 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt Easyjet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagier tot en met vandaag worden begroot op € 231,00 aan griffierecht en € 120,00 aan salaris gemachtigde,
5.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open