ECLI:NL:RBNHO:2020:8864

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 oktober 2020
Publicatiedatum
30 oktober 2020
Zaaknummer
7940387 \ CV EXPL 19-10800
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot compensatie na annulering van vlucht op basis van charterovereenkomst

In deze zaak hebben de passagiers een vordering ingesteld tegen Corendon International Travel naar aanleiding van de annulering van hun vlucht van Maastricht naar Antalya op 9 september 2018. De passagiers, vertegenwoordigd door ARAG Legal Services B.V., vorderden compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen. Corendon International Travel, de gedaagde, voerde aan dat zij geen luchtvaartmaatschappij is en dat de vlucht werd uitgevoerd door Pegasus Hava Tasimacilik A.S., waardoor de passagiers niet-ontvankelijk zouden zijn in hun vordering.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en heeft de argumenten van beide partijen overwogen. De rechter concludeerde dat Corendon International Travel voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet als luchtvaartmaatschappij kan worden aangemerkt en dat de operationele verantwoordelijkheid voor de vlucht niet bij hen lag. De annulering van de vlucht was een beslissing van Corendon om geen gebruik te maken van het toestel van Pegasus, maar dit impliceert niet dat zij de operationele verantwoordelijkheid droegen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De rechter oordeelde dat de passagiers ongelijk hadden en dat de kosten voor hun rekening kwamen, met een specifieke vermelding van de proceskosten en nakosten die aan Corendon International Travel moesten worden betaald. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 oktober 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7940387 \ CV EXPL 19-10800
Uitspraakdatum: 28 oktober 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2.
[passagier sub 2]
3.
[passagier sub 1] en [passagier sub 2] ,handelend in de hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers van minderjarige
[minderjarige 1]
allen wonende te [woonplaats]
4.
[passagier sub 4] , wonende te [woonplaats]
5.
[passagier sub 5]
6.
[passagier sub 4]en
[passagier sub 5], handelend in de hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers van minderjarige
[minderjarige 2]
allen wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde ARAG Legal Services B.V. (Flight Claim)
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Corendon International Travel B.V.
gevestigd te Lijnden, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen Corendon International Travel
gemachtigde S.G. Basarat, LLM

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 26 juli 2019 een vordering tegen Corendon International Travel ingesteld. Corendon International Travel heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna Corendon International Travel een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben via Corendon International Travel een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de passagiers vervoerd dienden te worden van Maastricht naar Antalya (Turkije) op 9 september 2018, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Corendon International Travel gevorderd in verband met voornoemde annulering.
2.4.
Corendon International Travel heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat Corendon International Travel bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 2.400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 september 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 363,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat Corendon International Travel als de maatschappij die operationele verantwoordelijkheid draagt en beslissingen neemt, vanwege de annulering van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
Corendon International Travel voert als meest verstrekkende verweer aan dat de passagiers niet-ontvankelijk zijn in hun vordering aangezien zij de verkeerde entiteit hebben gedagvaard. De vlucht is uitgevoerd door Pegasus Hava Tasimacilik A.S. (hierna: Pegasus) gevestigd te Istanbul. Corendon International Travel is een reisorganisator en geen luchtvaartmaatschappij, in tegenstelling tot Pegasus. Het vervoeren van passagiers behoort niet tot de activiteiten van Corendon International Travel. De Verordening is dan ook niet van toepassing. Corendon International Travel heeft een zogeheten ‘charterovereenkomst’ gesloten met Pegasus, zoals gebruikelijk is tussen touroperators en luchtvaartmaatschappijen in de reisbranche. Het enige dat Corendon International Travel doet is het inkopen van stoelen bij luchtvaartmaatschappijen dan wel alle stoelen van de vlucht inkopen. De vlucht wordt gecharterd van de luchtvaartmaatschappij. Pegasus is als luchtvaartmaatschappij verantwoordelijk richting haar passagiers op grond van de Verordening.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Uit considerans 7 van de Verordening volgt dat de verplichtingen voortvloeiend uit de Verordening rusten op de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert of voornemens is de vlucht uit te voeren, met eigen dan wel inclusief of zonder bemanning geleasete vliegtuigen, of in enige andere vorm. In artikel 2 onder a van de Verordening wordt luchtvaartmaatschappij gedefinieerd als; ‘
een luchtvervoersonderneming met een geldige exploitatievergunning’. In artikel 2 onder b van de Verordening wordt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert gedefinieerd als ‘
een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert of voornemens is een vlucht uit te voeren in het kader van een overeenkomst met een passagier of namens een andere natuurlijke of rechtspersoon die een overeenkomst heeft met de passagier’. De passagiers stellen dat Corendon International Travel in onderhavige geval de maatschappij is die de operationele verantwoordelijkheid draagt en de beslissingen neemt. Corendon International Travel heeft de beslissing genomen om de vlucht te annuleren, aldus de passagiers. Op grond van het Wirth vs Thompson arrest (C-532/17) beschouwen de passagiers Corendon International Travel als de uitvoerende maatschappij.
5.3.
De kantonrechter is van oordeel dat Corendon International Travel voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet kan worden aangemerkt als een luchtvaartmaatschappij en ook niet als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht heeft uitgevoerd dan wel dat sprake is van een wet-lease constructie. Wet-lease ziet op de constructie dat een luchtvaartmaatschappij een toestel inclusief bemanning verhuurt aan een andere luchtvaartmaatschappij, maar niet de operationele verantwoordelijkheid voor de vlucht draagt. Uit het overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt afdoende dat Corendon International Travel geen luchtvaartmaatschappij is. Voorts blijkt duidelijk uit de bij dagvaarding gevoegde ‘flight coupons’ dat de vlucht zou worden uitgevoerd door Pegasus onder een vluchtnummer van Pegasus. Dat Corendon International Travel de beslissing heeft genomen om de vlucht bij Pegasus te annuleren maakt dit niet anders. Deze annulering ziet immers op de beslissing van Corendon International Travel om op grond van de charterovereenkomst geen gebruik te maken van het toestel van Pegasus. Hieruit volgt niet dat Corendon de operationele verantwoordelijkheid voor de vlucht draagt. Dit is ook niet mogelijk aangezien Corendon International Travel geen luchtvaartmaatschappij is. De kantonrechter zal de vordering van de passagiers op grond van artikel 7 van de Verordening dan ook afwijzen. De overige verweren van Corendon International Travel behoeven derhalve geen bespreking.
5.4.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen. De nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Corendon International Travel worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Corendon International Travel worden vastgesteld op een bedrag van € 420,00 aan salaris van de gemachtigde van Corendon International Travel.
6.3.
veroordeelt de passagiers tot betaling van € 105,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Corendon International Travel worden gemaakt
6.4.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter