ECLI:NL:RBNHO:2020:8811
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid tot opleggen van aanslagen rioolheffing, afvalstoffenheffing en onroerende-zaakbelastingen door Cocensus
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, wonende te [Z], en de heffingsambtenaar van Cocensus. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de aanslagen voor rioolheffing, afvalstoffenheffing en onroerende-zaakbelastingen voor het jaar 2019. Eiseres betwist de bevoegdheid van verweerder om deze aanslagen op te leggen en voert aan dat de verordeningen niet correct zijn gepubliceerd. Daarnaast stelt zij dat de WOZ-waarde te hoog is vastgesteld en dat er sprake is van overschrijding van de opbrengstlimiet.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bevoegdheid tot het opleggen van de aanslagen is ontleend aan de relevante gemeentelijke verordeningen, die op de juiste wijze zijn gepubliceerd. Eiseres heeft in beroep geen nieuwe argumenten naar voren gebracht die de eerdere stellingen in bezwaar onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar bevoegd was tot het opleggen van de aanslagen en dat de verordeningen correct zijn gepubliceerd. Eiseres heeft niet voldoende onderbouwd waarom de WOZ-waarde te hoog zou zijn en heeft geen argumenten aangedragen die de overschrijding van de opbrengstlimiet onderbouwen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. M.C. Anema, en is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen. Partijen kunnen binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.