In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, is op 28 oktober 2020 een incident tot tussenkomst in een onteigeningszaak behandeld. De zaak betreft de publiekrechtelijke rechtspersoon Gemeente Heerhugowaard, die als eiseres in de hoofdzaak optreedt en verweer voert in het incident. De advocaat van de gemeente is mr. G.J.I.M. Seelen. De gedaagde in de hoofdzaak is eveneens de Gemeente Heerhugowaard, die ook verweer voert in het incident. De eiser in het incident is een particulier, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.R. van Dolder.
De procedure is gestart met de indiening van diverse stukken, waaronder een akte depot en een dagvaarding. De eiser in het incident heeft verzocht om tussenkomst, stellende dat het te onteigenen perceel ook zijn gehuurde woning omvat. De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiser in het incident voldoende belang heeft aangetoond om in de hoofdzaak tussen te komen, en heeft de incidentele vordering tot tussenkomst toegewezen. De rechtbank heeft tevens bepaald dat de proceskosten in het incident worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
De rechtbank heeft verder bepaald dat de zaak op 11 november 2020 weer op de rol zal komen voor conclusie van antwoord aan de kant van de gedaagde en conclusie van eis in de tussenkomst aan de kant van de eiser in het incident. De verdere beslissing is aangehouden.