In deze zaak hebben vier passagiers een verzoek ingediend tegen de luchtvaartmaatschappij Transportes Aereos Portugueses S.A. naar aanleiding van de annulering van hun vlucht van Miami naar Lissabon op 12 mei 2018. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen. De vervoerder weigerde echter compensatie te betalen, met als argument dat de annulering het gevolg was van een buitengewone omstandigheid, namelijk de ziekte van de piloot.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers sub 3 en 4, die minderjarig zijn, niet-ontvankelijk zijn in hun verzoek. De passagiers sub 1 en 2 hebben het verzoek voor zichzelf ingesteld, maar de rechter oordeelde dat de vervoerder zich niet kan beroepen op de uitzonderingen van de Verordening, omdat de ziekte van de piloot als een buitengewone omstandigheid wordt beschouwd. De rechter oordeelde dat de vervoerder voldoende maatregelen had getroffen om de vertraging te voorkomen door de passagiers om te boeken naar de eerstvolgende beschikbare vlucht.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek tot compensatie afgewezen en de passagiers veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De beslissing is genomen op 28 oktober 2020 door kantonrechter S.N. Schipper, en er staat geen hoger beroep open tegen deze beschikking.