Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- [Slachtoffer 1] (Zaak 1) en/of
- [Slachtoffer 2] (Zaak 2) en/of
- [Slachtoffer 3] (Zaak 3) en/of
- [Slachtoffer 4] (zaak 12) en/of
- [Slachtoffer 5] (zaak 13) en/of
- [Slachtoffer 6] (zaak 14) en/of
- [Slachtoffer 7] (zaak 15) en/of
- [Slachtoffer 8] (zaak 16) en/of
- [Slachtoffer 9] (zaak 17) en/of
- [Slachtoffer 10] (zaak 18)
- (telkens) telefonisch contact op te nemen en/of
- zich (telkens) voor te doen als iemand die kon helpen met een pakketje en/of te vertellen dat er een prijs gewonnen was en/of
- (vervolgens) aan de deur te komen om een enveloppe en/of pakketje af te geven en/of
- een klein geldbedrag te laten pinnen voor ontvangst van de enveloppe en/of het pakketje en/of
- (vervolgens) de bankpas van iemand anders terug te geven;
- 1000 euro en/of
- 3420,10 euro en/of
- 500 euro en/of
- 790 euro en/of
- 1250 euro en/of
- 750 euro en/of
- 1150 euro en/of
- 12.027 euro en/of
- 5000 euro en/of
- 1000 euro
- [Slachtoffer 1] (Zaak 1) en/of
- [Slachtoffer 2] (Zaak 2) en/of
- [Slachtoffer 3] (Zaak 3) en/of
- [Slachtoffer 4] (zaak 12) en/of
- [Slachtoffer 5] (zaak 13) en/of
- [Slachtoffer 6] (zaak 14) en/of
- [Slachtoffer 7] (zaak 15) en/of
- [Slachtoffer 8] (zaak 16) en/of
- [Slachtoffer 9] (zaak 17) en/of
- [Slachtoffer 10] (zaak 18)
2.Voorvragen
3.Inleiding
4.Beoordeling van het bewijs
(zaak 18)op 31 maart 2020 niet van haar bankpas en pincode heeft opgelicht maar daarmee wel om 12:51 uur € 1.000,- in Bodegraven heeft gepind, niet geloofwaardig. Aan deze overtuiging draagt bij de omstandigheid dat het slachtoffer [Slachtoffer 6] (zaak 14) en de aangever [Slachtoffer 7] (zaak 15) op dezelfde dag in Bodegraven van hun respectievelijke bankpassen en pincodes zijn opgelicht en daarmee om 11:29 uur respectievelijk 12:20 uur geld van hun bankrekeningen is opgenomen, hetgeen verdachte wel heeft bekend.
(zaak 16)van zijn bankpas en pincode heeft opgelicht, daarmee om 11:56 uur in [Slachtoffer 7] € 500,- heeft gepind en later, rond half twee, in de winkel Ab Geldermans Sport in Beverwijk heeft afgerekend, maar dat hij niet medeverantwoordelijk is voor het pinnen van in totaal € 9.500,- dat in de tussentijd bij verschillende geldautomaten in Beverwijk heeft plaatsgevonden. Dit sluit niet aan bij voornoemde modus operandi, zoals die uit het dossier blijkt. Daarnaast heeft verdachte pas ter zitting verklaard dat hij zich oncomfortabel voelde bij het pinnen van grote bedragen bij een geldautomaat op straat en dat hij dat niet meer durfde en wilde. Dit spreekt tevens zijn eerdere verklaringen tegen over de druk en de onmogelijkheid om niet (meer) mee te doen aan deze oplichtingen en diefstallen.
(zaak 2)als volgt. Uit het dossier blijkt dat verdachte en medeverdachte [XX] op 1 april 2020 in Haarlem de bankpas en pincode van aangeefster [Slachtoffer 2] hebben ontfutseld. Vervolgens is met haar bankpas rond 11:45 uur tweemaal een geldbedrag opgenomen bij een geldautomaat aan het Soendaplein in Haarlem.
- [Slachtoffer 1] (zaak 1),
- [Slachtoffer 2] (zaak 2),
- [Slachtoffer 3] (zaak 3),
- [Slachtoffer 4] (zaak 12),
- [Slachtoffer 6] (zaak 14),
- [Slachtoffer 7] (zaak 15),
- [Slachtoffer 8] (zaak 16),
- [Slachtoffer 9] (zaak 17) en
- [Slachtoffer 10] (zaak 18)
- telkens telefonisch contact op te nemen en
- zich telkens voor te doen als iemand die kon helpen met een pakketje en
- vervolgens aan de deur te komen om een enveloppe en/of pakketje af te geven en
- een klein geldbedrag te laten pinnen voor ontvangst van de enveloppe en/of pakketje en
- vervolgens de bankpas van iemand anders terug te geven;
- 1000 euro,
- 3420,10 euro,
- 500 euro,
- 790 euro,
- 750 euro,
- 1150 euro,
- 12.027 euro,
- 5000 euro en
- 1000 euro
- [Slachtoffer 1] (zaak 1),
- [Slachtoffer 2] (zaak 2),
- [Slachtoffer 3] (zaak 3),
- [Slachtoffer 4] (zaak 12),
- [Slachtoffer 6] (zaak 14),
- [Slachtoffer 7] (zaak 15),
- [Slachtoffer 8] (zaak 16),
- [Slachtoffer 9] (zaak 17) en
- [Slachtoffer 10] (zaak 18)
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sancties
- het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 15 september 2020, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld terzake van enig delict;
- het over verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport, gedateerd 22 september 2020 van [AA] , als jeugdreclasseringswerkster verbonden aan de gecertificeerde instelling De Jeugd- en Gezinsbeschermers;
- het over verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport, gedateerd 22 september 2020 van [BB] , als raadsonderzoekster verbonden aan de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
drie (3) maanden, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op
twee jaren bepaalde proeftijdzich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
tweehonderd (200) urentaakstraf in de vorm van een
werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door honderd (100) dagen jeugddetentie.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte door [Slachtoffer 1] d.d. 9 april 2020 (dossierpagina 475 t/m 477);
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant W.F. Brinksma d.d. 22 juni 2020 (dossierpagina 478).
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte door [Slachtoffer 2] d.d. 10 april 2020 (dossierpagina 482 t/m 484).
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte door [Slachtoffer 3] d.d. 2 april 2020 (dossierpagina 490 t/m 491).
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte door [DD] namens [Slachtoffer 4] d.d. 31 maart 2020 (dossierpagina 593 t/m 594).
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte door [EE] namens [Slachtoffer 6] d.d. 31 maart 2020 (dossierpagina 605 t/m 606).
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte door [Slachtoffer 7] d.d. 31 maart 2020 (dossierpagina 636 t/m 637).
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte door [Slachtoffer 8] d.d. 11 april 2020 (dossierpagina 652 t/m 653).
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte door [Slachtoffer 9] d.d. 2 april 2020 (dossierpagina 661 t/m 662).
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte gedaan door [HH] namens [Slachtoffer 10] d.d. 8 april 2020 (dossierpagina 682 t/m 683).