Uitspraak
RECHTBANK noord-holland
21 januari 2020
[betrokkene], (verder te noemen: betrokkene)
De procedure
De beoordeling
Toepasselijke wetsbepalingen
De beslissing
[betrokkene], geboren op geboren op 2 januari 1963 met ingang van 21 januari 2020.
Rechtbank Noord-Holland
Op 21 januari 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van de ISD-maatregel van een betrokkene, geboren op 2 januari 1963. De rechtbank had eerder op 2 april 2019 de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) opgelegd voor de duur van twee jaren. De rechtbank oordeelde dat de voortzetting van de ISD-maatregel niet meer zinvol was, gezien de omstandigheden die buiten de macht van de betrokkene lagen. Er was geen plan van aanpak en het was onduidelijk of en wanneer de behandeling zou kunnen starten, waardoor de betrokkene feitelijk een 'kale' detentie uitzette.
Tijdens de openbare behandeling op 21 januari 2020 zijn de betrokkene, zijn raadsman mr. T.G.M. Houben, en de officier van justitie gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de reclassering had gerapporteerd dat het mogelijk was dat de betrokkene zijn traject buiten de ISD kon voortzetten. De rechtbank heeft zich grotendeels gebaseerd op de verklaring van de betrokkene, aangezien er geen aanvullende informatie van de reclassering of programmamanager ISD beschikbaar was. De rechtbank concludeerde dat de opheffing van de ISD-maatregel niet zou leiden tot onveiligheid of ernstige overlast, en heeft het verzoek van de betrokkene tot beëindiging van de ISD-maatregel toegewezen. De maatregel is per direct beëindigd, met ingang van 21 januari 2020.