ECLI:NL:RBNHO:2020:862

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 februari 2020
Publicatiedatum
7 februari 2020
Zaaknummer
7783099 CV EXPL 19-6831
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Luchtvaartmaatschappij en betekening van dagvaarding in verzetprocedure

In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht en verbintenissenrecht, heeft de luchtvaartmaatschappij Air Arabia Maroc S.A. verzet aangetekend tegen een verstekvonnis dat op 3 april 2019 is gewezen. De zaak betreft een geschil over de vraag of de dagvaarding op de juiste wijze is betekend. Yource B.V. had Air Arabia Maroc gedagvaard, maar Air Arabia Maroc betwist dat zij op de juiste wijze is opgeroepen, omdat Yource ten onrechte heeft gesteld dat zij kantoor houdt op Schiphol. De kantonrechter heeft geoordeeld dat uit het feit dat Air Arabia Maroc een incheckbalie op Schiphol heeft, niet kan worden afgeleid dat zij daar feitelijk kantoor houdt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding niet conform de wettelijke voorschriften is betekend, wat leidt tot de conclusie dat de dagvaarding nietig is. De kantonrechter heeft echter geen aanleiding gezien om de dagvaarding nietig te verklaren, omdat Air Arabia Maroc de gelegenheid heeft gehad om verweer te voeren. De rechtbank heeft het verzoek van Air Arabia Maroc tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het verstekvonnis toegewezen en Yource veroordeeld in de kosten van de verzetdagvaarding. De zaak is vervolgens doorverwezen naar de rolzitting voor repliek in oppositie.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7783099 \ CV EXPL 19-6831
Uitspraakdatum: 5 februari 2020
Vonnis in het incident in de zaak van:
De rechtspersoon naar buitenlands recht
Air Arabia Maroc S.A.,
gevestigd te Casablanca (Marokko)
opposant, eiseres in het incident
hierna te noemen: Air Arabia Maroc,
gemachtigde: mr. G.J.H. Vos (AKD N.V.)
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
YOURCE B.V.,voorheen handelend onder de naam Green Claim B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,
geopposeerde, verweerder in het incident
hierna te noemen: Yource,
gemachtigde: mr. L.K. Sotthewes

1.Het procesverloop

1.1.
Yource heeft Air Arabia Maroc op 22 november 2018 gedagvaard. Air Arabia Maroc is niet verschenen in de procedure en bij vonnis van 3 april 2019 is verstek verleend. Air Arabia Maroc heeft hierop een verzetdagvaarding uitgebracht op 3 mei 2019, tevens houdende conclusies in incident. Yource heeft hierop zowel in het incident als de hoofdzaak schriftelijk geantwoord.
1.2.
Air Arabia Maroc heeft hierop schriftelijk gereageerd om het incident, waarna Yource Maroc een schriftelijke reactie heeft gegeven in het incident.

2.De vordering

2.1.
Yource heeft bij inleidende dagvaarding gevorderd dat Air Arabia Maroc bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 18.400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- primair € 968,00 althans € 1.160,39 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten.
2.2.
Yource heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Yource stelt dat Air Arabia Maroc vanwege de vertraging van vlucht 30 0122 van Amsterdam-Schiphol Airport naar Nador op 25 december 2016 gehouden is de passagiers te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier. Yource stelt dat zij optreedt als lasthebber voor 46 passagiers.
2.3.
Air Arabia Maroc is door de kantonrechter bij verstek veroordeeld tot betaling van het gevorderde. Ook de nevenvorderingen zijn toegewezen.
2.4.
Air Arabia Maroc vordert in de verzetdagvaarding het vonnis van 3 april 2019 te vernietigen en Yource in haar oorspronkelijke vordering niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar deze te ontzeggen, althans de vordering af te wijzen en Yource veroordelen in de kosten van de verzetprocedure, waaronder te nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.De vordering en het verweer in het incident

3.1.
Air Arabia Maroc vordert -samengevat- in het incident voorkoming van de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis voor de duur van de procedure. Voorts vordert Air Arabia Maroc dat Yource vanwege de nietigheid van de door haar uitgebrachte dagvaarding alsnog niet-ontvankelijk wordt verklaard.
3.2.
Air Arabia Maroc legt aan de vordering ten grondslag dat aan de door Yource uitgebrachte dagvaarding een gebrek kleeft die nietigheid van de dagvaarding meebrengt. Yource heeft ten onrechte op de dagvaarding vermeld dat Air Arabia Maroc kantoor houdt op Schiphol in vertrekpassage 3 en dat op het kantoor betekening heeft plaatsgevonden. Air Arabia Maroc is een in Marokko gevestigde rechtspersoon zonder kantoor in Nederland. Air Arabia Maroc staat ook niet met een Nederlandse vestiging ingeschreven in het handelsregister. Yource is bekend met het adres van de hoofdvestiging van Air Arabia Maroc in Marokko en heeft daar ook veelvuldig mee gecorrespondeerd. De dagvaarding had dan ook betekend moeten worden conform het bepaalde in artikel 55 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) met inachtneming van de bepalingen van het Haagse Betekeningsverdrag waar Marokko partij bij is. Er is geen sprake van een eenvoudige vergissing maar van een welbewuste keuze om betekening ex artikel 55 Rv te omzeilen. Yource heeft geen enkele aanleiding om zelfs maar te veronderstellen dat Air Arabia Maroc in vertrekhal 3 op Schiphol kantoor hield. Yource heeft ook zelf steeds alle correspondentie gericht aan het kantoor van Air Arabia in Marokko en die correspondentie is vanuit Marokko ook beantwoord. Gelet op de correspondentie is het bovendien zeer opmerkelijk dat Yource geen kopie van de dagvaarding heeft verzonden aan Air Arabia Maroc. Zodra het verstekvonnis werd gewezen heeft Yource het vonnis binnen twee dagen per e-mail aan Air Arabia Maroc verzonden.
3.3.
Air Arabia Maroc stelt dat een incheckbalie op Schiphol niet als een kantoor van een luchtvaartmaatschappij de zin van artikel 50 Rv kan worden aangemerkt. De balie op Schiphol wordt niet bemand door personeel van Air Arabia Maroc maar door personeel van de op Schiphol gevestigde afhandelaar Aviapartner. Dit blijkt ook uit de boarding passes van de passagiers. Voor zover de incheckbalie op Schiphol als kantoor kan worden aangemerkt, is het hooguit een kantoor van Aviapartner en niet een kantoor van Air Arabia Maroc.
3.4.
Air Arabia Maroc meent dat Yource de grenzen heeft overschreven van hetgeen procesrechtelijk toelaatbaar is. Het ligt daarom in de reden dat de rechtbank de dagvaarding alsnog nietig verklaart met toepassing van artikel 21 Rv en Yource niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen. Als Yource in de door haar uitgebrachte dagvaarding volledig en naar waarheid zou hebben verklaard, dan had de rechtbank immers geen verstek verleend en zou de dagvaarding ex artikel 121 lid 3 Rv ambtshalve nietig zijn verklaard.
3.5.
Aangezien verzet geen schorsende werking heeft vordert Air Arabia Maroc op grond van artikel 223 Rv dat voor de duur van het onderhavige beding de uitvoerbaarheid bij voorraad van het verstekvonnis van 3 april 2019 wordt geschorst.
3.6.
Yource verzet zich tegen nietigheid. Zij voert daartoe aan dat op 22 november 2018 de gerechtsdeurwaarder in opdracht van Yource de betekening van de dagvaarding in kwestie heeft uitgevoerd. De gerechtsdeurwaarder heeft geconstateerd dat Air Arabia Maroc niet ingeschreven staat in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Op basis van informatie van Schiphol heeft de gerechtsdeurwaarder echter geconcludeerd dat Air Arabia Maroc feitelijk kantoorhoudende is te Schiphol aan de vertrekpassage 3. De gerechtsdeurwaarder heeft daar een medewerker van Aviapartner gesproken die meedeelde dat Air Arabia Maroc daar inderdaad feitelijk kantoorhoudende is maar dat de afhandeling ter plaatse door Aviapartner namen Air Arabia Maroc wordt verzorgd. De medewerker gaf aan niet gemachtigd te zijn om de dagvaarding namens Air Arabia Maroc in ontvangst te nemen, maar wel om een gesloten envelop in ontvangst te nemen die zou worden doorgeleid naar een medewerker van Air Arabia Maroc, die wel bevoegd is om van de inhoud kennis te nemen. Hieruit is op te maken dat deze werkwijze gebruikelijk was en aannemelijk is dat het exploot Air Arabia Maroc wel degelijk heeft bereikt. Aangezien een deurwaardersexploot een authentieke akte is levert dit exploot op grond van artikel 157 lid 1 Rv tegen ieder dwingend bewijs op van hetgeen de ambtenaar binnen de kring van zijn bevoegd heid omtrent zijn waarnemingen of verrichtingen heeft verklaard. Op grond van dit artikel meent Yource dat zij ervan uit mag gaan dat wat de deurwaarder verklaart over de wijze van betekening de waarheid betreft. In het verleden heeft daarnaast meerdere malen op dezelfde manier betekening plaatsgevonden. Yource mocht er dan ook op vertrouwen dat Air Arabia Maroc kantoor houdt aan de Vertrekpassage 3. Voorts heeft de kantonrechter op basis van de verklaring van de gerechtsdeurwaarder een afweging gemaakt en alsnog besloten verstekvonnis te wijzen.

4.De beoordeling

4.1.
De vraag in het onderhavige incident is of Yource er terecht vanuit is gegaan dat Air Arabia Maroc kantoor houdt te Schiphol en de dagvaarding juist is betekend. De door Yource ingeschakelde gerechtsdeurwaarder heeft verklaard dat uit informatie van Schiphol blijkt dat Air Arabia Maroc feitelijk kantoorhoudende te Schiphol aan de Vertrekpassage 3 is. Uit de bijlage bijgevoegd aan de verklaring van de gerechtsdeurwaarder volgt dat zij uit is gegaan van de informatie van de website van Schiphol waarin staat “
Check-In Balie Vertrek 3”. Air Arabia Maroc stelt dat de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding bij een incheckbalie waar ook vluchten van Air Arabia Maroc worden uitgevoerd in een gesloten enveloppe heeft achtergelaten. Yource heeft dit niet betwist, maar stelt dat zij in het verleden meerdere malen op dezelfde wijze de dagvaarding heeft laten betekenen.
4.2.
Uit artikel 1:14 van het Burgerlijk Wetboek (BW) volgt dat een rechtspersoon die een kantoor of filiaal houdt ten aanzien van aangelegenheden die dit kantoor of filiaal betreffen mede aldaar woonplaats heeft. De kantonrechter overweegt dat uit het feit dat Air Arabia Maroc een incheckbalie heeft op Schiphol niet kan worden afgeleid dat zij feitelijke kantoor houdt op Schiphol. Voorts is ook niet gebleken dat het geschil in de hoofdzaak een aangelegenheid betreft die betrekking heeft op het gestelde “kantoor” op Schiphol. Aangezien Air Arabia Maroc statutair is gevestigd in Marokko diende Yource dan ook de dagvaarding te betekenen conform het bepaalde in artikel 55 Rv met inachtneming van de bepalingen uit het Haags Betekeningsverdrag.
4.3.
Vervolgens is de vraag wat het gevolg is van de onjuiste wijze van betekenen. Niet-naleving van de betekeningsvoorschriften brengt op grond van artikel 66 lid 1 Rv slechts nietigheid mee voor zover aannemelijk is dat degene voor wie het exploot is bestemd, door het gebrek onredelijk is benadeeld. Nu Air Arabia Maroc een verzetdagvaarding heeft uitgebracht en de gelegenheid heeft gehad om verweer te voeren ziet de kantonrechter geen aanleiding om de dagvaarding van Yource nietig te verklaren. Wel ziet de kantonrechter aanleiding om de extra kosten vanwege de onjuiste betekening in ieder geval -los van de vraag wie van partijen materieel in het gelijk wordt gesteld- voor rekening van Yource te laten. Dit betreft de kosten van betekening van de verzetdagvaarding. Het feit dat een verzetprocedure gevoerd moest worden, heeft verder niet tot extra kosten geleid. In plaats van een conclusie van antwoord heeft de Air Arabia Maroc een verzetdagvaarding moeten opstellen.
4.4.
Ook een beroep op artikel 21 Rv slaagt niet. Uit artikel 21 Rv volgt dat de aangevoerde feiten volledig en naar waarheid moeten zijn. Het artikel beoogt het achterhouden en verdoezelen van de voor de beslissing relevante feiten uit te bannen. De kantonrechter is van oordeel dat hier geen sprake van is. In geschil is immers niet dat de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding in een gesloten enveloppe heeft achtergelaten bij de incheckbalie van Air Arabia Maroc op Schiphol, maar of de incheckbalie heeft te gelden als een kantoor dan wel filiaal. Dat de gerechtsdeurwaarder dan wel Yource ten onrechte heeft gemeend dat een incheckbalie is aan te merken als een kantoor in de zin van artikel 1:14 BW betekent niet dat welbewust onjuiste feiten zijn gesteld.
4.5.
Artikel 223 Rv bepaalt dat iedere partij tijdens een aanhangig geding kan vorderen dat de rechtbank een voorlopige voorziening zal treffen voor de duur van het geding, mits deze samenhangt met de hoofdvordering en zich leent om als voorlopige voorziening gegeven te worden. Aan deze eisen is voldaan. De gevraagde voorziening hangt immers samen met de hoofdvordering en is gericht op een voorziening die voor de duur van de aanhangige bodemprocedure kan worden gegeven. Op grond van bovenstaande zal de kantonrechter het verzoek van Air Arabia Maroc tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het verstekvonnis van 3 april 2019 dan ook toewijzen.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van Yource, omdat deze (grotendeels) ongelijk krijgt. De nakosten kunnen eveneens worden toegewezen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
In het incident
5.1.
wijst de vordering tot vernietiging van het verstekvonnis van 3 april 2019 onder zaak- en rolnummer 7382912 CV EXPL 18-10665 en niet-ontvankelijkheid verklaring van Yource af;
5.2.
wijst het verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het verstekvonnis van 3 april 2019 onder zaak- en rolnummer 7382912 CV EXPL 18-10665 toe;
5.3.
veroordeelt Yource in de kosten van de verzetdagvaarding ter hoogte van € 86,40 en de kosten van het incident, aan de zijde van Air Arabia Maroc op heden begroot op € 72,00 aan salaris gemachtigde;
5.4.
veroordeelt Yource tot betaling van € 36,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Air Arabia Maroc worden gemaakt.
5.5.
verklaart dit vonnis in incident uitvoerbaar bij voorraad.
in de hoofdzaak:
5.6.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 4 maart 2020voor repliek in oppositie.
5.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter