ECLI:NL:RBNHO:2020:8576
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht en niet overleggen besluit
Op 30 oktober 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer HAA 20/2852. Eiser heeft op 23 mei 2020 digitaal beroep ingediend. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiser was verplicht griffierecht te betalen, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De griffier heeft eiser op 2 juni 2020 en opnieuw op 1 juli 2020 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar eiser heeft niet gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet op tijd is betaald en dat eiser geen verontschuldiging heeft gegeven voor dit verzuim. Daarnaast heeft eiser verzuimd om binnen de gestelde termijn een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft over te leggen. De rechtbank heeft eiser op 15 juni 2020 gewezen op dit verzuim en hem verzocht om dit te herstellen, maar ook hierop heeft eiser niet gereageerd. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.